Geven maakt gelukkig….

Het Ik-volk

Het Ik-volk in Afrika, zo gaat het verhaal, houdt heel nauwkeurig wederzijdse diensten bij. Als iemand daar iets doet voor een ander, dan wordt dit genoteerd en dit leidt tot verplichtingen voor de ontvanger.
Of deze nu wil of niet.
Een lid van het Ik-volk kan nietsvermoedend thuiskomen en geconfronteerd worden met iemand die zijn dak aan het repareren is.  Dan staat een ding vast: als het dak is gerepareerd, dan is hij of zij de reparateur een wederdienst verschuldigd.
Sterker nog, het kan ook zijn dat hij of zij thuiskomt en vijf mensen op het dak aan het werk ziet. Ook aan deze vijf mensen is een wederdienst verschuldigd. Zelfs als het dak alsnog of onder druk van die vijf reparateurs instort.

Het verhaal doet vermoeden dat het bij het Ik-volk meer draait om het krijgen dan om het geven.
In onze maatschappij is ‘voor wat, hoort wat’ ook een waarde, net als bij het Ik-volk. Alleen maar geven en niets terugverwachten past hier eigenlijk ook niet. We worden opgevoed met het idee dat je voor jezelf moet opkomen en niet over je heen mag laten lopen. Eigenlijk best heel jammer, want belangeloos geven maakt wel gelukkig!

Geven maakt wel gelukkig…

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat je gelukkiger wordt van belangeloos geven. Het kopen van een cadeautje voor een ander maakt gelukkiger dan een cadeautje voor jezelf.
Iets betekenen voor iemand, maakt gelukkig.
Natuurlijk moet je wel aan jezelf denken en voor je zelf zorgen, maar als je geeft wat je wilt geven, rekening houdend met wat je kunt missen, kom je niet in de problemen.

Er kan wel iets anders misgaan…

Belangeloos geven kan in onze maatschappij lastig zijn. Ergens kan er een moment komen dat het ergens gaat knagen, dat je het idee hebt dat jij meer doet voor de ander dan andersom. Misschien vraag je je af of je wordt gebruikt.
In dit soort situaties kun je je gevoelens gaan projecteren op die ander, een valkuil waar we met zijn allen snel, en misschien ook wel heel graag, in kunnen vallen.

Hieronder een paar vragen voor als er iets bij jou knaagt en je projectie wilt voorkomen. Je kunt je dan, bijvoorbeeld, afvragen:

  • of het principe ‘voor wat, hoort wat’ een rol speelt.
    Ben je boos of bang dat je over je heen laat lopen?
  • wat je verwachtingen waren?
    Speelde het verlangen om gezien te worden, om erkenning te krijgen een rol?
  • of er een andere verklaring denkbaar is voor dat ‘knagen’? Kan het zijn dat de gevoelens opkomen om een andere reden?

Reageren op dit blog?