Niet veel woorden…

Best gek om mijn blog zo te beginnen, zeker in mijn vak, maar de afgelopen week was anders dan anders. Zowel binnen als buiten…

Ik werd een aantal keer verrast deze week. Ik ben er nog steeds niet uit of ik nu wel of niet van verrassingen houd. Het heeft te maken met of ze leuk zijn of niet. Leuke verrassingen, daar hou ik van. De minder leuke, daarvoor word ik graag gewaarschuwd. Maar goed, zo zit het leven niet in elkaar en dus moet ook ik me verhouden tot die laatste categorie. Ik ga dan maar naar buiten waar weidsheid en schoonheid op me ligt te wachten. Buiten waar ik de wind door mijn haren en de warmte van de zon op mijn huid kan voelen.

Eigenlijk was afgelopen week, voor mij, een hele goede week voor minder leuke verrassingen. Een geluk bij een ongeluk. De verraderlijke gladheid als symbool.
Het was een week waarin de sneeuw moeiteloos volhardde onder een krachtige zon, waarin de witte wolken vrolijk speelden met de strakke, helblauwe lucht, en een week waarin de, soms amper te harden, oostelijke wind, zo nu en dan, overschaduwd werd door een aangename warmte van binnenuit.

Code rood!

Met een hond had ik gemoeten, dus zonder hond kan het ook: de straat op onder dreiging van sneeuwjacht en daarmee code rood. Van sneeuwjacht had ik tot gisteren nog nooit gehoord. Het blijkt een combinatie van harde wind en sneeuw. Deze jacht brengt een snijdende kou voort. Dat laatste vind ik inderdaad dreigend klinken.
Dat en de voorspelde gladheid, dat vind ik ook een dingetje. Van vallen ben ik, sinds mijn tienerjaren, geen voorstander meer. Eigenlijk daarvoor ook niet, maar toen hoorde het er gewoon bij.

Wit landschap

Geen hond, maar wel een camera en een wit ‘landschap’ buiten. Sneeuwjacht of niet. Ik ga kijken hoe het bevalt buiten.
Eenmaal buiten kan ik me nog net vasthouden, om te voorkomen dat ik wegglij. Dat voorspelt niet veel goeds, maar gelukkig is dat het enige gladde moment.
De kou valt eigenlijk ook mee. Alleen mijn handen, maar dat kan niet anders:

Reageren op de site is (nog) niet mogelijk. Het is me (nog) niet gelukt dit te wijzigen…

Geniet van het weer en/of de kachel! Doe ik ook.

Winterstop

‘Nice to meet you’, glimlacht Keanu Reeves. 
‘Hi’, zegt een voetbal.
‘Hello’, roept een vlag.
‘Hi, I am a sugardaddy looking for a woman I can give anything she wants’, belooft een generaal uit het Amerikaanse leger.
‘Hello beautiful, how are you doing?’, vraagt een hond, en eerlijk is eerlijk, het is er eentje om verliefd op te worden. 

Sinds ik Instagram gebruik, krijg ik vaker van dit soort berichtjes, maar na mijn overstap naar een zakelijk account is dit aantal flink toegenomen. Periodiek houdt Instagram grote schoonmaak, waardoor er een stuk of wat van deze bots verdwijnen, maar ze blijven komen. Het hoort er bij.

Whatsapp voelt directer

Een paar weken geleden werd ik gebeld via Whatsapp. Een 234-nummer zonder naam, maar met een foto van een gedistingeerde, grijze, man. Deze man bleek mij diezelfde ochtend om kwart voor acht ook al te hebben gebeld. Ik weet dat een 234-nummer uit Nigeria komt en veel phishing of ander gedoe ook, dus ik blokkeer het nummer, maar houd er wel een onbestendig gevoel aan over. Misschien gewoon even wennen, denk ik bij mezelf. Toen de berichtjes via whatsapp begonnen, had ik hetzelfde gevoel en dat ging ook over. In de weken die volgen krijg ik genoeg kans om te wennen. Ik word gebeld door andere 234-nummers, soms met, soms zonder foto en ook 225-nummers (Ivoorkust) weten me te vinden. Een keer krijg ik een berichtje uit Engeland.
Mijn irritatie groeit gestaag.

LinkedIn

In december en januari hou ik een blogwinterstop en ik heb besloten om Facebook en Instagram even minder actief te zijn, tenzij de omstandigheden daarom vragen. Gewoon om te kijken hoe dat werkt en wat ik daarvan vind. Even afstand, iets waar ik in deze corona-tijd toch steeds mee oefen. Heroriënteren en dan in februari kijken wat ik doe. Misschien kom ik fris terug op een of beide kanalen, misschien hou ik het bij LinkedIn. We zullen zien. 

De tijd die ik overhoud, ga ik gebruiken om mijn website te vernieuwen, zodat het weer mogelijk wordt om direct te reageren op mijn blogs. Er zijn lezers die het jammer vinden dat dat nu niet mogelijk is (alleen via Facebook), dus dat wil ik verhelpen. 

Gezond 2021!

Ik wens jullie allemaal fijne feestdagen en een gelukkig, gezond en een Covid19-arm 2021!

Ik verheug me op een interactief jaar met echte mensen in plaats van voetballen, vlaggen of een Keanu Reeves-bot.

Geen eerlijke wedstrijd

De like-functie zorgt ervoor dat je makkelijk complimenten kunt geven. Leuk! En die filmpjes die je aangeboden krijgt, over dat onderwerp waar je naar kijkt, zorgen ervoor dat je zelf niet hoeft te zoeken naar meer informatie. Het enige dat je hoeft te doen, is het aangeboden filmpje aanklikken. Geweldig!
Wat wil ik nog meer?

In de Netflix original, ‘The Social Dilemma’ vertellen tech-mensen dat hun eigen kinderen geen toestemming krijgen om sociale platforms te bezoeken.

Ieder voordeel heb zijn nadeel

De makers zelf zeggen, tijdens het ontwikkelen van de functies, nooit echt bij de nadelen te hebben stil gestaan en dat kan ik me ook voorstellen.
De nadelen van deze functies zijn inmiddels bekend, ook bij de makers, vandaar ook de film.

Alles op een platform heeft maar een doel en dat is jou zo lang mogelijk vast te houden. Zo ook de like-functie. En de fotobewerkingsfunctie op instagram zit niet voor niets net voordat je de foto verzendt. Zo blijf je nog langer op het platform ga je meer waarde hechten aan het aantal likes. Zo lang het aantal naar boven gaat is het goed, maar wat als het aantal naar beneden gaat? Dan kan dit negatieve gevoelens triggeren, tot en met een depressie.

Als het platform filmpjes aanbiedt die in de lijn liggen van de filmpjes waar je toch al naar kijkt, bevestigen ze jouw mening. Je blijft hierdoor hangen op het platform en het klikken op aangeboden filmpjes zorgt er ook voor dat je steeds een stapje verder in een informatiefuik terechtkomt (Lubach op Zondag besteedde hier een aflevering aan, een paar weken geleden).

De technologie die de platforms gebruiken, is gebaseerd op wetenschappelijke kennis over het menselijk gedrag. Ze weten hoe ze mensen zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd houden. Dat gebeurt niet per ongeluk. Het verdienmodel is het beïnvloeden en manipuleren van gedrag, niet de verkoop van gegevens.

Wat te doen?

Aan het eind van de film geven de tech-mensen een paar adviezen om de schade te beperken: 

  • Blijf met elkaar in gesprek
  • Klik niet op filmpjes die door het platform worden aangeboden.
  • Zorg ervoor dat je verschillende meningen voorgeschoteld krijgt.
  • Hou je media-tijd in de gaten. 
  • Zet een half uur voordat je naar bed gaat alle apparaten uit. 
  • Blijf met elkaar in gesprek, het liefst IRL.
  • En pak soms gewoon een boek.

Wacht niet op de tech-industrie voor de oplossing van dit probleem. De belangen zijn te groot. De algoritmes blijven werken om je zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd te houden. Dat is het verdienmodel.

Het is geen eerlijke wedstrijd. 

Beeldblog

Ik heb het boek over inspraak in organisaties deze week afgerond. Mijn opdrachtgever is blij met het resultaat. Hij ziet zichzelf en zijn idee terug in het verhaal.
Nu alleen nog een redactionele slag en dan is het echt helemaal klaar!

Ik heb mezelf getrakteerd op de herfst, het jaargetijde met de mooiste kleuren. Daar kan ik zo van genieten!

Hieronder een paar van de foto’s die ik maakte.

Geweldige service van het LIFF

‘Les Miserables’, een film over een botsing tussen agenten en jongeren in een van de voorsteden van Parijs, is de laatste film die ik in de bioscoop heb gezien. Een paar dagen later ging Nederland in (gedeeltelijke) lockdown. 
Het Leids Internationaal Filmfestival (LIFF) maakt dat ik het weer ga proberen. Dit festival geeft per zaal aan welke films er draaien en ik zoek naar films die in de grootste zaal draaien. De eerste film is Supernova, op zondagochtend. Als ik de zaal binnenloop, zie ik dat veel stoelen afgeschermd zijn met een lint. Een filmlint. Ik schiet in de lach.

Bioscopen dicht

Na een paar films, moeten de bioscopen helaas weer dicht. Het zat er aan te komen en dus zet het festival het vertoon digitaal voort. Alle bioscoopkaartjes worden geannuleerd en daarna kan ik tickets bestellen voor ‘online’. Niet alle films zijn beschikbaar, maar er is voldoende aanbod, en binnen no-time heb ik er nog zes uitgekozen. Bij de zevende zegt mijn Cineville kaart dat het genoeg is. Misschien maar goed.

Vanaf het beginscherm op de televisie kijkt Ruth, hoofdrolspeler in de film ‘Holler’, me aan. Ruth is een meisje dat zo graag naar college wil, dat ze oud ijzer gaat stelen om de collegegelden te kunnen betalen. Vraag waar de film om draait is of de omstandigheden waarin Ruth leeft, haar plannen niet doorkruisen.

Digitale films en iPads

Met een broodje met gesmolten kaas op mijn bord, druk ik op play en zie het scherm vrijwel meteen op zwart gaan. Op mijn iPad, verbonden met de televisie, is alleen nog de safari menubalk zichtbaar. Ik ververs het scherm, maar dat levert niets op. Ik herinner me vaag dat er een aantal dingen zijn, waardoor we toegang tot de film verliezen, dus ik laat het even. We hebben twee kaartjes en dus we proberen een andere iPad. Ook die geeft een zwart scherm. Op zoek naar een telefoonnummer op de site van het LIFF, vinden we alleen een mailadres. We mailen.
Vlak daarna lezen we dat de films het niet goed doen op een iPad. Films kun je het best bekijken via je computer of telefoon. Helaas kunnen we die we niet aan de televisie (grootscherm) verbinden. Ik ga het dorp in om zo’n kabeltje te kopen. Tevergeefs. Het is niet anders en we besluiten de films dan maar te kijken op aparte computers. Het finetunen van het geluid is wel even gedoe, maar als dat op orde is, gaat het prima.

Geweldige service!

Het LIFF antwoordt onze mail snel en voegt in hun antwoord een link toe waarmee we de film ‘Holler’ alsnog kunnen bekijken. 
Heel sympathiek!
Dank je wel LIFF-mensen!

Meten is weten?

‘1.1’, lees ik en ik voel mijn adem licht stokken.
‘Dat kan niet’, denk ik alleen maar. Deze meting was juist om te kijken of zijn suiker niet te hoog is omdat hij meer drinkt. Ik verwacht een spiegel van boven de tien en dan dit. Ik kijk nog een keer om mezelf te verzekeren van de komma tussen de cijfers.
‘Dit slaat nergens op,’ zeg ik hardop tegen mezelf en ik besluit nog een keer te meten.
Ik aai Sammy even en dan begin ik weer zachtjes over zijn oor te wrijven. Pas na een paar keer prikken, heb ik genoeg bloed voor de meter. Ik geef Sammy een knuffel en dan laat ik hem los. Wat er ook uitkomt, drie keer meten is te veel van het goede.
Als de meter piept lees ik ‘1.5’. Ik begrijp er niets van. Dit is echt te laag voor het gedrag dat hij laat zien. Hij zou zich naar moeten voelen en onder het bed moeten liggen.*)

Ik bel de dierenarts en het is beter om vanavond en morgenochtend geen insuline meer te geven. We spreken af voor de volgende dag.

Passend bij symptomen

Bij de dierenarts geeft het apparaat 29,6 aan.
‘Heb ik iets fout gedaan’, vraag ik meteen.
‘Dat weet ik niet. Er zijn veel stappen in het proces en we moeten kijken waar het fout gaat als het al fout is gegaan, want sommige katten schommelen ook erg in hun waarde’.
‘Deze waarde past wel meer bij zijn symptomen’, merk ik op.
De dierenarts knikt en stelt voor om volgende week op beide apparaatjes het bloed te meten, om in ieder geval zeker te weten dat mijn apparaatje goed meet.

Braken

Ze noemt een aantal andere symptomen op die van invloed kunnen zijn op de waarde. Bij de meeste symptomen schud ik mijn hoofd, maar als ze braken noemt, bedenk ik me dat Sammy van de week inderdaad gebraakt heeft, vlak na het eten en de insuline. Natuurlijk is dit van invloed en als we het erover hebben, vraag ik me af hoe het kan dat ik dit niet serieuzer heb genomen. Het is zo logisch. 

Het zou het grote verschil kunnen verklaren, en ik probeer me te herinneren welke dag het precies was. Waarschijnlijk dinsdag of woensdag, verder kom ik niet. Als mijn meter volgende week klopt met die van de praktijk, dan was het waarschijnlijk woensdag. Dat zou goed kloppen.

Dat doet ie normaal nooit

Sammy leeft gewoon door. Hij voelt zich prima en is actief. Gisteren rende hij zelfs het balkon op, waar een vogel, nog net op tijd, aan zijn bek kon ontsnappen. Gelukkig.
Daarmee verbaasde hij me voor de tweede keer deze week. Meestal blijft hij veilig achter het raam kijken naar de vogeltjes…

*) de normale suikerwaarden van een kat liggen tussen de 4 en 8. Te hoog is niet goed, dan moet je, in overleg met arts, insuline geven. Te laag is ook niet goed. Dit kan gevaarlijk zijn, zelfs dodelijk.

Al die regeltjes

‘Al die regeltjes’, zegt Rob, ‘ik word er niet goed van. Als ik een Chinees vaccin wil, dan moet dat toch kunnen. Het is mijn lichaam.’ 
‘Een Chinees vaccin?’ vraag ik terwijl er een Oeigoerse alarmbel in mijn hoofd afgaat.
‘Ja’, gaat Rob enthousiast verder, ‘dat moet ik toch zelf kunnen bepalen? Waarom bepaalt een overheid, Europees of nationaal, dat voor mij?’
‘Ik kan wel iets bedenken tegen een Chinees vaccin’, zeg ik, en ik begin over de vraag of de informatie over het vaccin wel klopt en in hoeverre Oeigoeren zijn ingezet.
‘Niets is helemaal veilig. Geen enkel vaccin is 100%.’
‘Nee, dat klopt, er zijn altijd bijwerkingen, maar hoe …’
‘Altijd dat gezeur met die regeltjes’, gaat Rob verder, ‘vaccinatie of niet, ik blijf echt wel voldoen aan de regels die nu, met het oog op de volksgezondheid, worden voorgeschreven. Ik snap het nationale belang van die regels, maar waarom mag ik mij niet vaccineren als ik dat wil?’

De mens centraal

Dit is een deel van het skypegesprek dat ik van de week voerde met Rob van Oosten. Over zijn ideeën inzake inspraak in organisaties, schrijf ik een boek dat nu in concept af is. Tijdens het schrijven ervan hadden we vaker discussies. De insteek van Rob is dat je tot een gezonde organisatie komt als je de mens centraal stelt in plaats van de regels en procedures. Daar ben ik het van harte mee eens.
Maar alle regels en procedures even aan de kant zetten, is wel confronterend. Ook als je ervan uit gaat dat dat de enige manier is. Het raakt, om bij mezelf te blijven, aan mijn gevoel van veiligheid. Regels zorgen nu eenmaal ook voor structuur. Aan de andere kant zorgen ze ook voor het afnemen van het vertrouwen in de capaciteiten van mensen.

Samen analyseren

Het afschaffen van regels is dus noodzakelijk. Het werkt gelukkig ook verfrissend, als je je comfortzone eenmaal hebt verlaten en je kijkt naar wat er nu precies speelt. Wat is er aan de hand? Wat gaat er fout zonder die regel? Klopt dit wel? Zijn de mensen die erbij gebaat lijken, ook echt gebaat bij deze regel. Gelijke monniken, gelijke kappen? Hoeveel gelijke monniken zijn er? En wat heb je dan aan al die kappen? 

Het afschaffen van regels maakt, als het goed is, ruimte voor een probleemanalyse. En als deze analyse samen met of alleen door de mensen, die moeten leven met de consequenties van de oplossing, wordt gemaakt, is dat winst. Dan kunnen, indien nodig, nieuwe regels ontstaan, zonder dat de mens ondergeschikt wordt aan deze regels. De regel is immers aan te passen.

Waar hebben we het over?

Het gesprek dat ik voerde met Rob over wel of geen vaccin uit China, kon ik niet los zien van het land en de mensenrechten. Feitelijk hadden mijn bezwaren niets te maken met zijn recht of zijn wens, maar met het wel of niet investeren in een regime dat mensenrechten schendt.

De discussie was eigenlijk niet nodig geweest. Of juist wel?

Rob vindt van wel. Zeker in organisaties. Het vertrouwen in en tussen mensen moet worden hersteld. Dat is nodig om echte veranderingen door te voeren, om de eerste te kunnen zijn, om te verbeteren.
Dit doe je door in gesprek te gaan met elkaar.

Voorkeur en afkeur

Ik weet het niet. Misschien is het mijn aversie tegen hokjes, maar ik kan niet goed tegen tips onder het motto: ‘wij denken dat je dit het liefste leest’, of ‘op basis van je kijkgedrag bevelen wij aan’.
Het idee dat een vreemde instantie weet waar mijn voorkeuren en afkeuren liggen, vind ik naar. Hoe onschuldig ook. 
Mijn angst om, ongemerkt, meegesleurd te worden in een extremere positie, speelt mee.

Bubbels zijn zo oud als…

Facebook, YouTube en andere media willen je zo lang mogelijk vasthouden, en dat lukt als je de aangeboden informatie positief beoordeelt. Mensen blijven zo in hun eigen bubbel. Ik snap dat dat werkt en snap ook dat dat dus gebeurt. Er moet nu eenmaal geld verdiend worden. 
En wat is het probleem eigenlijk? Bubbels bestaan al heel lang. Om mensen vast te houden, bieden Tech bedrijven, steeds extremere informatie aan, met als gevolg dat extremere posities steeds normaler worden. Dit levert Tech bedrijven vele miljoenen per jaar, of per week(?) op. Dit gaat niet stoppen. Niet vanzelf.

Aanbeveling

Aanbevelingen kunnen mij dus ergeren. Soms voel ik me hierdoor gemanipuleerd en dat vind ik onaangenaam.
Zelfs een aanbeveling op TED.com, vorige week, na het bekijken van een filmpje, irriteerde mij mateloos. Ten eerste kwam hij voor mij onverwacht (naïef, ik weet het) en ten tweede was het een schot in de roos…

Op zich is er natuurlijk niets mis met een aanbeveling. Het is een service die tot niets verplicht, en die ook positieve effecten kan hebben.
Wat mij betreft zeker op TED.com.
Maar het is een beetje zoals mijn besluit om verkopers, aan de deur of aan de telefoon altijd, vriendelijk en bij voorkeur met humor, af te schepen. Ik wil er gewoon niet over nadenken. Dat scheelt werk en soms ellende.

Bevestiging is fijn

Het is inderdaad ook makkelijk om er, zoals ik, niet over na te denken, en de filmpjes vaak gewoon weg te klikken. Het is sowieso een stuk makkelijker dan kritisch te blijven kijken naar het aanbod.
Ik vraag me hierbij wel af, of het mogelijk is om kritisch te blijven als je filmpjes voorgeschoteld krijgt die je gedachtegoed ondersteunen en/of bevestigen. Ben je echt opgewassen tegen die bevestiging? Tegen dat prettige en krachtige gevoel dat je daarvan krijgt? Ik geloof dat dat soms mogelijk is, maar lang niet altijd.

En dat weten Tech bedrijven ook.

Adrianus VI in de stromende regen

‘Van tevoren kijken naar alternatieven’, is de tip die we mee krijgen als we in de stromende regen naar links kijken en de Domtoren van top tot teen ingepakt zien. Sinds 2018, lees ik later, dus het was bekend, maar als illustratie goed gedaan. Voor het maken van foto’s bij een reisverhaal moet je nu eenmaal rekening houden met onvoorziene omstandigheden. Vandaag hebben we twee goede redenen. Mooie en pakkende foto’s maken in de regen is ook een kunst op zich, dus voor een journalist in een dubbelrol, kan het plannen van een extra dagje, zeker op plekken waar regen een normaal onderdeel van de daginvulling uitmaakt, noodzakelijk zijn.  

De binnenplaats

In de gangen rond de binnenplaats van de kerk schuilen we terwijl we les krijgen over het maken van een passende foto bij een reportage. Waar moet je rekening mee houden? Welke kleuren horen bij een land? Wat is typisch voor een land, zodat mensen ook aan de foto’s kunnen zien waar de reportage, ongeveer, gemaakt is. En natuurlijk ook hoe je het best een foto kunt maken. Mijn oog kijkt, tijdens dit verhaal, ook naar de fotograaf die op binnenplaats, tussen de buien door, een bruidspaar op de foto zet.  

We lopen door een aantal steegjes en stoppen bij een beeld van een man met een wandelstok. ‘Weten jullie wie dit is?’, vraagt Hans. Het bord met de informatie staat net aan de andere kant, dus iedereen schudt nee. ‘De enige Nederlandse paus, Adrianus, Adrianus VI’. Mijn ogen worden groter en mijn wenkbrauwen schieten omhoog. ‘Een Nederlandse Paus?’ Nog nooit van gehoord en eigenlijk ook nooit verwacht. Dit laatste ligt natuurlijk aan mijn opvoeding in de lijn van Calvijn, de protestant. Voordat Luther en iets later Calvijn hun intrede deden, was Nederland katholiek. In dat opzicht is een Nederlandse paus niet gek.
Toch blijft mijn verbazing hangen en, in de trein terug naar huis, google ik ‘de enige Nederlandse paus’ en kom terecht op historiek.net.

De enige Nederlandse paus

Adrianus VI was paus in de tijd van Luther en Erasmus. Hij werd op 9 januari 1522 tot paus gekozen, maar twijfelde zelf heel lang of hij het wel moest doen. Uiteindelijk liet hij zich op 31 augustus 1522 tot paus wijden. Eerder al, rond 1517, liet Adrianus, toen nog kardinaal, in Utrecht een huis bouwen. Adrianus VI stierf op 3 september 1523, nog voordat hij het huis dat hij grondig liet bouwen heeft kunnen zien.

Dit huis staat achter het beeld van Adrianus, en heet nog steeds ‘Paushuize’.

De cursus reisjournalistiek wordt gegeven door Fontys Hogeschool in samenwerking met de ANWB.