Goed of slecht?

‘We zouden onszelf moeten zien als zondaar’ kopte een artikel van Alain de Botton gepubliceerd op de website van the book of life. De titel triggerde. Mezelf zien als zondaar. Ik geloof niet dat ik dat een goed idee vind. Als ik ervanuit moet gaan een zondaar te zijn, kan dat andere negatieve gevolgen hebben. Gevoelens van schaamte, schuld of angst werken verlammend.

Menselijke neiging

De Botton wijst er in het artikel op dat mensen geneigd zijn om bij zichzelf het goede te zien. En als mensen dat idee dat ze ‘goed’ zijn eenmaal hebben, ze dit voor ‘granted’ nemen. Hij gaat er vanuit dat als mensen overtuigd zijn van hun ‘goed’ zijn, ze minder kritisch naar hun eigen gedrag kijken. Hiermee zou de kans op ‘slecht(er)’ gedrag groter worden.

De kritische blik die voortkomt uit twijfel is nodig om ervoor te zorgen dat je blijft letten op je eigen gedrag. Daar twijfel ik niet aan. Maar jezelf zien als zondaar, en dus niet als ‘goed’, vind ik een probleem. Het geloof in mijn ‘goed’ zijn betekent voor mij ook het accepteren van mezelf als mens. Een ‘goed’ mens zijn, betekent voor mij niet dat ik geen dingen doe die niet ‘goed’ zijn.

Uitgangspunt kan verlammen

Ik maak fouten, soms meer dan me lief is. Mijn gedrag is veranderlijk, mijn ‘zijn’ niet.  Als ik er vanuit moet gaan dat mijn ‘zijn’ niet goed is, dan raak ik verlamd door schaamte-, schuld- en angst gevoelens.

En dan kan ik ook niets meer.

Kids, please start fighting!

Op 4 november stond er een artikel van Adam Grant in de New York Times, met als titel ‘Kids, would you please start fighting?’ Het is een dringende oproep om kinderen te leren vechten. Natuurlijk niet op de lichamelijke manier, maar in een goed debat.

Een gebrek aan respect?

Kinderen leren nu dat ze zich in moeten houden in het kader van de lieve vrede. Liever braaf dan brutaal, met als gevolg dat kinderen zich, bij de eerste tekenen van een debat of conflict, al slecht op hun gemak voelen. Daar doe je hen en de wereld geen plezier mee. Grant pleit er dan ook voor om het inslikken van argumenten voortaan te zien als een teken van ongemanierdheid, van een gebrek aan respect. Iets dat je je kinderen niet wilt leren, toch?
Respect toon je door de ander serieus te nemen, juist als je het niet met hem of haar eens bent. Zo ontstaan nieuwe ideeën en zienswijzen en zo vind je ook overeenkomsten.

Creativiteit wordt soms gezien als iets magisch dat gebeurt wanneer mensen elkaar vinden. Het tegendeel is waar: braafheid en harmonie zijn dodelijk voor creativiteit. Conflict en discussie zijn nodig voor het stimuleren van de creativiteit.

Creativiteit stimuleren

Het is van belang om kinderen te leren argumenteren zodat ze zich, ook als volwassene, prettig voelen bij een debat. Dan zullen ze het debat eerder aangaan waardoor creativiteit wordt gestimuleerd en ideeën worden aangescherpt.

Maar hoe leer je iemand argumenteren? Grant geeft hiervoor vier regels mee:

  1. Frame het als een debat, niet als een conflict.
  2. Argumenteer alsof je gelijk hebt, maar luister alsof je ongelijk hebt.
  3. Probeer het perspectief van de ander op een zeer respectvolle wijze te benaderen.
  4. Geef aan waar je het over eens bent en wat je van de ander geleerd hebt.

Veel plezier!

Vleesaversie en kattenogen

In “The Atlantic” schreef Ross Andersen, een artikel over het werk van Matthew Liao, hoogleraar filosofie en bio-ethica aan de New York University. Liao kijkt naar methodes om klimaatverandering te bewerkstelligen. Vlees heeft een grote impact op het milieu en veel mensen eten graag vlees. De methode van Pavlov kun je inzetten om dit laatste te veranderen. Iedereen kent het voorbeeld van de hond die, tegelijkertijd met het horen van een bel, vlees krijgt aangeboden. De hond van gaat kwijlen bij het horen van de bel.

Conditioneren

Mensen kun je ook conditioneren. Geen belletje bij het vlees, maar een misselijkmakend middeltje, met als gevolg: een automatische afkeer van vlees.
Milieutechnisch is dat een aardige gedachte. Zouden veel mensen bereid zijn om dit te doen? Zou jij een misselijkmakend middeltje in je vlees doen?

Ik eet geen vlees uit de bio-industrie, koop geen vlees, bestel het niet in een restaurant, maar als ik ergens kom waar ze biologisch vlees eten, eet ik dat wel. De beelden van dierenleed in de bio-industrie deden hun werk. Het middeltje heb ik niet meer nodig.

Ik kan me niet voorstellen dat er veel mensen zijn die zo’n middeltje gaan gebruiken. Vrijwillig de misselijkheid ondergaan. Dan moet je wel heel veel van vlees, maar nog meer van het milieu, houden.

Alternatieve opties

De vlees aversie is niet het enige dat Liao en zijn team, in het kader van een beter milieu, bedachten. We moeten de mens ook:

  • Kleiner maken, via embryo-selectie.
  • Onbaatzuchtiger maken, met pillen.
  • Kattenogen geven.

Het is wel weer even een andere blik op het milieu en ons aandeel daarin.

Veranderen…

Als je terugkijkt op je leven, zie je dat niet alles meer is zoals het was. In retrospectief is er vaak ongemerkt een heleboel veranderd. Toch is veranderen een kunst. Denk maar aan alle Nieuwjaarsresoluties die je je ooit hebt voorgenomen, van afvallen tot stoppen met roken tot beginnen met sporten. Ieder jaar blijkt weer dat het lastig is om deze voornemens te bestendigen.

Vier fasen van verandering

Hoe vergroot je de kans op succes? Alleen heel graag iets willen is niet genoeg. Veranderen kun je door iets op een andere manier te gaan waarderen. Hiervoor is het wel handig om iemand in te schakelen. Iemand die, een beetje zoals een coach, vragen stelt bij de huidige situatie en vragen stelt over de gewenste situatie. De volgende vier fasen kun je gebruiken:

  1. Breng de huidige situatie in kaart,
  2. Kijk naar wat je wilt veranderen.
  3. Hoe kun je dit doen.
  4. Implementeren van de verandering.

Om deze laatste fase draait het (volgens Tim Theeman van de Universiteit van Amsterdam). Als je dit goed inzet, dan bestendig je de verandering. In deze laatste fase kijk je naar de obstakels die je tegenkomt. Hoe en wanneer kom je ze tegen? Wat ga je doen als je een obstakel tegenkomt? Je moet dus advocaat van de duivel spelen.

Een verandering bestendigen?

Door deze vragen te stellen zorg je ervoor dat je nadenkt over wat je kunt doen in zo’n situatie. Als je bijvoorbeeld wilt stoppen met roken en je weet dat de sigaret na het avondeten een groot probleem vormt, hoe zorg je er dan voor dat je die verleiding weerstaat? Door deze vragen te stellen vergroot je je zelfovertuiging, waardoor je betere beslissingen neemt op momenten dat dit nodig is.

Hogere standaard

Op twitter zag ik een foto van Kevin Spacey rouleren met daaronder: ‘hoe kan het dat een fictieve president aan een hogere standaard wordt gehouden dan een echte?’

Netflix heeft alle banden met Kevin Spacey verbroken omdat hij beschuldigd wordt van seksuele intimidatie. Of House of Cards een vervolg gaat krijgen is niet zeker. De opnames zijn stilgelegd en Kevin Spacey is ontslagen.

Trump is ondanks beschuldigingen van seksuele intimidatie en meer, vorig jaar gewoon gekozen tot president van de Verenigde Staten.
‘Fake news’ of ‘kleedkamerpraat’ was het antwoord op alles wat Trump niet beviel en dit werd en wordt geaccepteerd.

Had Spacey, als fictieve president, in plaats van zijn excuses aan te bieden, niet beter kunnen beginnen over ‘fake news’?
Die vraag moet toch heel even door hem heen zijn gegaan.

Zou Trump nu wel last hebben van de beschuldigingen inzake seksuele intimidatie?

Zou de #metoo-beweging dat hebben bereikt?

Verhalen veranderen

Op de dag dat Nederland daalt op de wereldranglijst van de 16e naar 32e plaats als het gaat om de gelijkheid tussen man en vrouw, lees ik in HP De Tijd een artikel van Stella Bergsma over vriendschappen tussen mannen en vrouwen.
Het artikel begint met een dialoog uit de film ‘When Harry met Sally’, waarin Harry stellig beweert dat vrouwen en mannen nooit bevriend kunnen zijn omdat er altijd dat seksding is.

Maar is dat ook zo? Bergsma onderzoekt.

Vriendschap tussen mannen en vrouwen

Het blijkt dat er meer vrouwen dan mannen zijn die denken dat een vriendschap tussen mannen en vrouwen wel kan. (Veel) Mannen kunnen zich niet voorstellen dat vrouwen alleen maar vriendschap willen. Ze lijken hun seksuele onweerstaanbaarheid te overschatten en hun resterende eigenschappen, benodigd voor vriendschap, systematisch te onderschatten.

Bergsma ontmoet een panseksueel, iemand die zich tot mensen uit de hetero en de LHBTQ-gemeenschap aangetrokken kan voelen. Als zij haar de vraag voorlegt of mannen en vrouwen door dat seksding echt geen vrienden kunnen worden, is het nuchtere antwoord: ‘dan heb ik dus geen vrienden, want bij mij is er dan altijd sprake van een seksding’.

Varianten op de Boerka

Er zijn mannen die uit voorzorg geen thee gaan drinken met een vrouw alleen, tenzij ze met haar getrouwd zijn. Dat is, zoals Bergsma zegt, inderdaad een variant op de boerka. Geen onderonsjes met vrouwen om te voorkomen dat je over de schreef gaat…
Als iedere man op een belangrijke positie dit zou doen, dan dalen we nog verder op de ranglijst, omdat veel zaken, buiten de formele vergaderzalen om, gedaan worden.

Leren hanteren

Seksuele gevoelens bestaan. Ze zijn er, net als andere gevoelens. Alleen op de een of andere manier wordt er wereldwijd nog steeds geloofd in het verhaal dat mannen hun seksuele gevoelens niet kunnen (leren) hanteren.

Dit maakt het verhaal echter niet waar. Seksuele gevoelens kun je (leren) hanteren.

Iedereen kent wel een man die dat kan. Toch?

Opgeven? Nee, toch.

Een inleidende zin van Blende trok mijn aandacht: ‘opgeven is niet alleen een van de lastigste dingen om te doen, maar soms ook een van de beste’. Het bleek om het artikel ‘Geef het op’ van Anne Wesseling in het blad ‘Happinez’ te gaan. Een artikel dat pleit tegen het allesoverheersende motto dat ik maar al (te) vaak heb gehoord: ‘als je nu nog harder probeert, en nog maar even volhoudt dan lukt het wel’. Alsof het nooit fout kan gaan.

Loslaten

Soms moet je stoppen, moet je loslaten waar je mee bezig bent, om ruimte te creëren voor een nieuwe richting, eentje waar je wel gelukkig van wordt. Daar draaide het artikel om.

Een aantal weken geleden besloot ik te stoppen met coaching en mediation. Alle investeringen ten spijt is het me niet gelukt om er mijn brood mee te verdienen. Daar liggen natuurlijk verschillende redenen aan ten grondslag, maar de grootste is, denk ik, dat ik niet genoeg vertrouwen had in mijn eigen rol als hulpverlener. Het was een heel proces om dit toe te kunnen geven, maar toen ik dat eenmaal had gedaan, kwam er opluchting…  En niet lang daarna (natuurlijk) weer lichte twijfel.

Echt? Definitief?

Het besluit om te stoppen was gevallen en ik stond en sta erachter, maar als ik dan stappen moet nemen om het coachen en mediaten echt af te sluiten, bekruipt die twijfel me toch weer. Bijvoorbeeld bij het opzeggen van lidmaatschappen of verzekeringen. Dan gaan er gedachtes door mijn hoofd: ‘er is nog tijd, ik regel dit volgende maand wel. Wie weet wat er nog gebeurt in deze maand?’

De twijfel blijft, op momenten, hardnekkig. Misschien had ik daar dat artikel ook wel voor nodig. Een steuntje in de rug bij de definitieve en administratieve afsluiting.

Inmiddels heb ik een groot aantal lidmaatschappen en verzekeringen, die te maken hebben met coaching en mediation, opgezegd.
Het voelt goed. Ik ben er klaar voor om me te richten op mijn toekomst… als schrijver.

Opgeven? Ja, soms wel.

Macht corrumpeert…

Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut. Gelukkig hebben niet veel mensen absolute macht.
Maar macht is wel iets dat iedereen heeft, of bij tijd en wijlen nodig heeft. We hebben het er liever niet over, maar zonder macht kun je geen invloed uitoefenen. Zelfs een baby heeft macht. Macht om met zijn stem de verzorgende zover te krijgen dat die komt om te voeden of te verschonen.

Negatieve spiraal

Macht is dus nodig om invloed te kunnen uitoefenen. Deze macht wordt tegenwoordig ook wel omschreven als ‘kracht’, maar hoe je het beestje ook noemt. Macht blijft macht. En ook macht, vermomd als kracht, kan corrumperen.

Hoe zorg je ervoor dat je niet in die negatieve spiraal van macht terechtkomt? Met andere woorden hoe zorg je ervoor dat die macht jou niet corrumpeert.

Dacher Keltner deed onderzoek en schreef het boek ‘The Power paradox, how we gain and lose influence’.

Keltner zegt dat macht corrumpeert op vier manieren:

  • Macht vermindert empathische gevoelens.
  • Macht leidt tot egoïstisch impulsief gedrag.
  • Macht leidt tot onbeleefdheid en gebrek aan respect.
  • Macht leidt tot verhalen van uitzonderlijkheid.
Hoe voorkom je corruptie?

Bovenstaande eigenschappen zijn vrij gemakkelijk terug te vinden bij een aantal machtige mensen op deze wereld. Wat kunnen zij en ook wij doen om dit te voorkomen.
Keltner geeft een aantal tips. Corrumperen kunt je voorkomen door:

  • je bewust te worden van je gevoel van macht. Wees je bewust van het effect van dopamine. Als je een mooie prestatie hebt geleverd, dan gaat er heel wat dopamine door je lijf. Dopamine zorgt voor een genotsmoment waar je verslaafd aan kunt raken, zodat je steeds meer geld, roem of hogere status wilt. Empathie neemt hierdoor af. Probeer macht te zien voor wat het is: een middel om iets goeds te bereiken, dat de samenleving dient.
  • je bescheiden op te stellen. Je te realiseren dat je werk, hoe goed ook, altijd voor verbetering vatbaar is. Blijf een kritische blik houden en besef: zonder de hulp van anderen had je dit waarschijnlijk niet bereikt
  • je te blijven focussen op anderen en aan anderen te geven. Wees hierbij zo gul mogelijk.
  • respect te tonen aan de mensen om je heen. Stel vragen, luister met aandacht. Wees nieuwsgierig naar anderen. Complimenteer mensen, en uit je dankbaarheid.
  • de psychologische context van machteloosheid te veranderen. Probeer de neiging van een ander om zich minder te voelen te minimaliseren. Creëer kansen binnen jouw gemeenschap of werkplek waardoor anderen steeds meer in hun kracht komen te staan.

Pas wel op: door de tips te volgen, zal jouw invloed (en dus jouw macht) automatisch vergroten!

Anticiperen…

‘Het is beter een mep te krijgen die pijn doet, dan het leven te verliezen omdat je bang bent er een te krijgen’, zegt een Joodse vader tegen zijn twee zonen in de Franse film ‘Un sac de billes’. De vader stuurt zijn zonen op reis naar onbezet gebied. Een gevaarlijke reis die hen grotendeels zal voeren door Vichy Frankrijk. De vader bereidt zijn zoons voor op mogelijke ondervraging door de bezetter of een lid van Vichy. Ze mogen nooit vertellen dat ze Joods zijn. Nooit. Hij ondervraagt beide zonen en gaat hier zo in op dat hij een van zijn zonen slaat. Het moet tot hem doordringen dat hij niets mag loslaten over zijn Joods-zijn. Doet hij dat wel, zal dat hem hoogstwaarschijnlijk zijn leven kosten. Het is een imponerende scene.

‘Je leven verliezen omdat je bang bent een klap te krijgen’. Gelukkig is de kans dat je je leven verliest, als je bang bent voor iets, in deze tijd verwaarloosbaar, maar ook nu kan angst voor een bepaalde situatie zo verlammend werken, dat je leven erdoor belemmerd wordt.

Spreken in het openbaar

Iedereen kent angst, en het ene moment word je er sterker door beïnvloed dan het andere. Angst is bedoeld als waarschuwing bij gevaar. Alleen is het ene gevaar reëler dan het andere. De meeste mensen vinden spreken in het openbaar net iets minder eng dan de dood. Ik ken de angst voor spreken in het openbaar. Als ik voor een grote groep moet spreken heb ik daar ook nog steeds moeite mee.

Een gedeelde angst

Maar wat is nu het ergste dat je kan gebeuren als je in het openbaar moet spreken? Zeker als je het vergelijkt met de dood? Wat maakt dat veel mensen deze angst herkennen? Er zijn echt maar heel weinig mensen die zonder angst in het openbaar een toespraak kunnen houden, maar waarom is dat? Zo vreselijk is het toch ook weer niet? Je kunt je speech van a tot z voorbereiden en het is meestal na een uurtje weer afgelopen.
En als het dan toch helemaal fout is gegaan, als je inderdaad je kleding verkeerd om hebt aangetrokken, de verkeerde speech hebt meegenomen, moet constateren dat de meeste mensen zitten te gapen, en sommigen eerder weggaan. Wat dan nog? Je hebt het geprobeerd en na een betrekkelijk korte tijd is iedereen het vergeten en gaat het leven gewoon verder.

Misschien kan die angst ook in jouw voordeel werken. Het is namelijk iets dat jij gemeen hebt met de meeste mensen uit jouw publiek. Dus wil je een band creëren, kom er gewoon vooruit en kijk wat er gebeurt.

Misschien wordt dat wel je beste speech ooit!

Kwetsen m/v

Een paar weken geen nieuws en je mist zomaar een hele genderdiscussie. Het blijkt niet meer politiek correct te zijn om mensen op basis van geslacht aan te spreken. Beste dames en heren is achterhaald, het wordt beste reizigers, of beste Amsterdammers.

Ook op verschillende universiteiten waren eerder al gendervrije toiletten ingevoerd. Dit is misschien niet kwetsend voor de meesten van ons maar wel onprettig voor het mannelijke deel van onze samenleving. De wachttijd voor toiletgebruik stijgt explosief voor deze doelgroep.

Waarom is het kwetsend om op basis van je geslacht te worden aangesproken? Er zijn natuurlijk manieren waarop dat kwetsend kan zijn, maar dat zit hem in de manier waarop en wat er precies gezegd wordt.

Kwetsen of gekwetst worden is heel persoonlijk. Als kind wilde ik soms ook heel stoer zijn. Dan deed ik mee met de ‘stoere’ pestkoppen. Ik vond mezelf dan heel wat, maar als ik het slachtoffer later sprak, was die (vrijwel) nooit boos op mij. Achteraf gezien ben ik nu blij dat het me niet lukte, maar toen had ik daar mijn twijfels over. Ik voelde me niet serieus genomen.

Je hebt niet onder controle of je iemand wel of niet kwetst en daarnaast is het vrijwel onmogelijk om nooit iemand te kwetsen. Hoe je ook je best doet. Zelfs de meest vredelievende mensen op aarde, hebben geen controle over het gekwetst zijn van een ander. Dat is namelijk aan de ander.

Je kunt hooguit met de intentie leven om niet te kwetsen.

Als je je op een bepaald moment toch gekwetst voelt, richt dan de aandacht naar binnen in plaats van naar buiten. Wanneer je je gekwetst voelt, is er vaak sprake van lichamelijke spanning die er (mede) voor zorgt dat je niet goed meer in staat bent om een breder perspectief te zien.

Probeer op een manier die jou ligt (ontspanningsoefening of meditatieoefening o.i.d.) de spanning te verminderen. Vaak ontstaat er dan ruimte waardoor je met meer afstand kunt kijken naar het gebeuren.

Als je als overheid of organisatie toch iets wil doen om te voorkomen dat mensen gekwetst worden, zet dan in op het vergroten van weerbaarheid en veerkracht van mensen.