Insight Dialogue

Op 26 juni was de laatste bijeenkomst van een basiscursus Insight Dialogue.

Insight Dialogue (ID) is een meditatievorm, waarbij je in dialoog mediteert. Wanneer je alleen mediteert kijk je naar de processen die in je geest en lichaam spelen. Tijdens de ID kijk je ook naar die processen, maar ook naar wat er gebeurt tussen jou en de ander.
Veel van onze huidige communicatie is gebaseerd op ervaringen, gewoontes, emoties, normen en overtuigingen. Dit wordt zichtbaar wanneer je de snelheid uit de communicatie haalt, en je bewust bezig gaat zijn met wat er nu precies gebeurt. Het beoefenen van de zes richtlijnen binnen ID ondersteunt hierbij.

Wat is Insight Dialogue?

De basis cursus bestaat uit 6 bijeenkomsten van 2 uur.

De eerste bijeenkomst begonnen we met de eerste twee richtlijnen: Pauzeren en ontspannen. Pauzeren is het te vergelijken met mediteren zoals je dat kent. Alleen en met je ogen dicht. Je bewust worden van wat er nu bij jou speelt.
Ontspannen is loslaten van spanning of accepteren van spanning. Dus weten dat de spanning er is, zodat deze niet de strekking van het gesprek over neemt.
De tweede bijeenkomst hebben we het gehad over de derde richtlijn: openen. Je leert hoe je, terwijl je je bewust blijft van wat er op dit moment is, je aandachtsveld kunt verbreden en de ander in kunt sluiten.

De derde bijeenkomst ging over de vierde richtlijn: vertrouw op wat er komt. Als er een gedachte opkomt, kun je de inhoud van de gedachte uitspreken of je kunt zeggen dat er een gedachte is. Of je laat het voorbijgaan. Je hoeft niet alles te zeggen wat opkomt.
De vierde bijeenkomst was gevuld met oefeningen rondom aandachtig luisteren. De luisteraar luistert niet alleen naar de inhoud van de woorden, maar ook naar de non-verbale aspecten.

Deze laatste drie bijeenkomsten draaien meestal om een bepaald thema. In deze cursus waren de thema’s: rollen, waarheid en vertrouwen.

Resultaat

De richtlijnen die we oefenen, zorgen ervoor dat je het communicatieproces heel bewust meemaakt. Je ziet beter wat er tussen jou en de ander gebeurt. Je krijgt meer inzicht in de werking van oude patronen op jouw huidige manier van communiceren.

Vrij of niet?

Ons rechtssysteem is gebaseerd op ons geloof in de vrije wil. Je klaagt geen rat aan omdat hij ervoor zorgt dat de pest zich verspreid. Een tornado of een tsunami roep je niet ter verantwoording. Een mens onderscheidt zichzelf van natuur en dier door middel van de vrije wil.

Maar hoe kunnen we weten of de mens een vrije wil heeft?

Hoe is het met de dader gesteld?

Sam Harris, neurowetenschapper schreef hier een artikel over in het blad Filosofie. Hij draagt een aantal voorbeelden aan, waarvan er twee op elkaar lijken. In beide voorbeelden pleegt een man een moord, maar in het eerste voorbeeld heeft de dader een hersentumor en kan niet meer verantwoordelijk worden gesteld voor zijn gedrag. In het andere voorbeeld mankeert de dader niets. De man met de tumor wordt hierdoor vrijgesproken en de andere man wordt schuldig bevonden.
Kunnen we helemaal zeker weten dat de man zonder tumor verantwoordelijk kan worden gesteld?

Er is veel nog niet bekend als het gaat om het brein. Een tumor in het brein kan zorgen voor een gedragsverandering of een impulsieve actie. Maar misschien zijn er nog andere dingen die hier ook voor zorgen.
Daarnaast is de vraag of we mensen verantwoordelijk kunnen maken voor hun genetische samenstelling, of de opvoeding die ze krijgen.
Dus is er echt sprake van een vrije wil? En als je dit concept afwijst, moet je dan iedereen gewoon maar zijn gang laten gaan?

Vrije wil nodig?

Wat weten we wel? We weten bij een moord dat er iemand is gedood. We weten ook dat we niet willen dat dat (nog een keer) gebeurt. Dat op zich is, ook zonder de vrije wil, reden een vrijheidsstraf op te leggen, waarbij de lengte afhankelijk kan zijn van het recidive gevaar.

Straffen op basis van de vrije wil waarbij niemand echt weet of de dader in staat is om verantwoordelijkheid te dragen voor wat hij of zij heeft gedaan, is niet fair.

Je kunt niet weten of de dader ook iets anders had kunnen doen. Het gegeven dat je het ook niet had kunnen doen, wil niet zeggen dat dat ook echt een optie is. Op het moment van moord is de overweging toch niet 50-50. Je staat toch niet rustig voor iemand te bedenken: “Zal ik nu wel of zal ik nu niet?”

In zo’n situatie sta je niet voor een gelijkwaardige rationele keuze, maar word je waarschijnlijk ook gedreven door irrationele driften of gedachtes. Is de keuze dan nog echt vrij? Kun je op dat moment nog kiezen?

Als iemand iets doet dat niet moet worden herhaald, bestraf het gedrag of als het gedrag niet heel schadelijk is, negeer het.
Wat doet de vrije wil in die discussie?

Concentratie is niet alles…

Vanochtend las ik een interview in ‘Psychologie’, van Malou van Hintum met Roshan Cools, hoogleraar cognitieve neuropscyhiatrie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Cools doet al jarenlang onderzoek naar de verbetering van het concentratievermogen.

Verbeterde concentratie?

Meer en meer mensen willen zich beter kunnen concentreren, willen een beter geheugen. Dan krijg je meer voor elkaar en dat is belangrijk. Je ziet dan ook steeds vaker dat iemand middelen gebruikt met als doel zijn of haar concentratie te verbeteren.
Een van de bekendste middelen hiervoor is Ritalin. Naast Ritalin zijn er ook apparaatjes, met elektrodes, die je op je hoofd kunt zetten. Die apparaatjes hebben een negatieve en een positieve pool, die elektrische signalen afgeven. De stroompjes zouden zorgen voor een verhoging van de concentratie. Het positieve effect van deze apparaatjes is niet bewezen.

Wat is het effect?

Helaas is dit niet altijd even effectief want de middelen die je gebruikt moeten wel afgestemd zijn op jouw hersenen. Als jouw hersenen veel dopamine aanmaken, kan Ritalin een negatief effect hebben op je concentratie. Het kan er zelfs voor zorgen dat je slechter presteert dan zonder Ritalin, alleen merk je dit niet.
Weet jij hoe dat bij jou zit?

Stel dat je je eigen concentratievermogen inderdaad kunt vergroten en je krijgt het voor elkaar om je een (groot deel van de) dag goed te concentreren, dan kost dat energie. Waarschijnlijk geldt voor geestelijke inspanning hetzelfde als voor lichamelijke inspanning. Op een gegeven moment is het gewoon op. Maar als je je hersenen blijft stimuleren, hoe weet je dan wanneer je aan je taks zit? Wordt hierdoor het risico op een burn-out niet verhoogd?
Zeer waarschijnlijk is dit van persoon tot persoon verschillend, maar afleiding is er niet voor niets. Dat moet een functie hebben.

Evenwicht

Cools wil zich hier nu op gaan richten: wat zijn de positieve effecten van afleiding?

Hiermee bedoelt ze niet de afleiding die we nu voorgeschoteld krijgen via onze mobiele apparaten. Door al die berichten en mails, blijf je nadenken en je concentreren. Nee, afleiding zoals dagdromen, yoga, tekenen, een wandeling maken of iets anders doen. Iets dat geen concentratie vereist.

Concentratie is prima, maar waarschijnlijk alleen met mate!

De week van de mediation

Het is de week van de mediation. Een week waarin iedere zelfstandige mediator en ieder bedrijf dat in conflictadviezen doet, naar buiten treedt met verhalen over mediation.

Een goed moment om ook even uit te wijden over hoe je een conflict veroorzaakt.
Een paar voorbeelden:

  • Je thuis of op werk gedragen zoals je je in het verkeer gedraagt.
  • Hard praten in een stiltecoupe.
  • Iemand steeds interrumperen.
  • Keer op keer herhalen wat iemand net heeft gezegd.
  • Iemand uitgebreid uitlachen.
Comfortzone

Als je in een conflict verzeild raakt, dan begrijp je meestal niet hoe het zo ver heeft kunnen komen. Bijna uit reflex begin je verontwaardigd over wat die ander heeft gedaan. Het kan zijn dat je je begint af te vragen hoe het mogelijk is dat je die ander zo fout hebt ingeschat?
[Houd er wel rekening mee dat die ander precies hetzelfde aan het doen is.]
Waarom is het zo lastig om toe te geven dat je ook een rol hebt in dit conflict? Waarom zoek je je toevlucht in het gedrag van de ander?
Een conflict:

  • is niet leuk. Zeker als je een conflict hebt met iemand die je erg na staat. Dat kan zelfs bijzonder pijnlijk zijn: angst voor verlating, afwijzing.
  • maakt je kwetsbaar. Je wordt uit je automatische piloot gehaald en moet weer opletten en nadenken over wat er gebeurt.
  • veroorzaakt emoties die ervoor kunnen zorgen dat je je gedraagt op een manier waarop je niet trots bent.

Kortom: conflicten halen je uit je comfortzone. En eenmaal uit die comfortzone schiet je vaak in de verdediging. Of je dat nu doet door iemand aan te vallen, door iemand te negeren of iets daar tussenin, maakt niet zo veel uit. Je verdedigt je. Het nadeel van dit verdedigen is dat je in het conflict verstrikt blijft. Dat is jammer, toch?

Wat was jouw rol?

Praktischer is het om je eigen gedrag te onderzoeken:

  • Wat maakt dat jij op deze manier op deze situatie reageert?
  • Wat maakt dat deze situatie jou zo raakt?
  • Op welke moment ging het mis?
  • Kun je emotie en inhoud scheiden?

De menselijke factor

‘Sully’ is een film over het waar gebeurde verhaal van Chelsey Lullenberger, de piloot die een A320 landt in de Hudsonrivier in New York. Hij weet alle 155 inzittenden te redden.

Heldenstatus

Het begint met een vlucht vogels die er voor zorgt dat beide motoren uitvallen. Sully, de piloot, waarschuwt de toren en een van de medewerkers probeert het vliegtuig veilig naar een landingsbaan te loodsen.
De piloot gelooft niet dat ze de landingsbaan zullen halen en besluit tegen de instructie in te landen in de Hudsonrivier. Met succes.
Het is 15 januari en 2 graden buiten. Door de wind is de voel temperatuur -20. Alle mensen worden uit en van het vliegtuig gehaald en een enkeling wordt uit het water opgepikt. Alle 155 passagiers komen met de schrik vrij en zijn Sully dankbaar. Ook de media geeft hem een heldenstatus.

Onderzoek

Een partij doet dit niet: de National Transportation Safety Bond (NTSB). Zij onderzoeken wat er precies is gebeurd en komen tot de conclusie dat de piloot de instructie van de toren nooit naast zich neer had mogen leggen. De situatie wordt nagebootst in een flight simulator. Conclusie: Sully had genoeg tijd om de landingsbaan zonder problemen te bereiken. Zijn beslissing om in de Hudsonrivier te landen, bracht 155 mensenlevens in gevaar. Sully is held af.

Menselijke factor

Het onderzoek door de NTSB houdt geen rekening met de menselijk factor. De menselijke factor die tijd kost. Sully wijst de autoriteit hierop. In een situatie waar beide motoren van een vliegtuig uitvallen, volgt een schrikreactie. Hoe goed iemand ook traint, op doodsangst kun je je niet zodanig voorbereiden dat je hier niet op reageert. Dit kost tijd. Rekening houdend met deze menselijke factor werd het, ook in de flight simulator, onmogelijk om de landingsbaan op tijd te bereiken. Landen in de Hudsonrivier was hiermee een noodzakelijk kwaad en geen onnodig risico.

De NTSB was hoffelijk genoeg om te erkennen dat ze ernaast zaten en Sully te bedanken voor het redden van 155 levens.

Als jij terugkijkt op dingen die niet liepen zoals je had gehoopt, een andere uitkomst hadden dan verwacht of finaal mis zijn gegaan. Houd jij dan bij jouw evaluatie rekening met de ‘menselijke factor’? Ook bij jezelf?

Geloven is privé

Vanochtend las ik in ‘De tijd’ een interview van Gwen Declerck met Darya Safai. Safai is een Iraanse vrouw. Toen er in 1999 rellen uitbraken aan de universiteit van Teheran vielen drie doden tijdens een eerste protestactie.
Safai werd opgepakt en na 24 dagen gevangenis kwam ze na het betalen van een hoge borgsom vrij. Met haar man vluchtte ze naar België.

Verplichte bedekking

Als ze terugdenkt aan Iran en denkt aan al die vrouwen die zichzelf verplicht bedekken, niet zonder toestemming van hun mannelijke voogd de straat op mogen en de helft minder waard zijn dan mannen, maakt dat haar nog boos.
Safai zou heel graag de bergen in Iran nog eens zien, maar dat blijft waarschijnlijk een droom. Ze kan nooit meer terug omdat ze bij verstek veroordeeld is tot twee jaar gevangenisstraf en de toestand in Iran verslechterd.

Kloof

Op de vraag of ze nog islamitisch is, antwoordde Safai dat dat een privézaak is. Wij zijn gewoon twee mensen die tegenover elkaar staan. Als ik je ga vertellen wat voor geloof ik heb, dan veroorzaak ik een kloof tussen ons. Ik kies er dus voor mijn geloof privé te houden.

En dat klopt. Welk antwoord ze ook zou geven. Er ontstaat altijd een kloof. Een kloof opgevuld met alle denkbeelden en ervaringen van de luisteraar over dit (on)geloof.  En onze denkbeelden en ervaringen trekken we maar zelden in twijfel. Of je nu gelovig bent of niet. Ook over atheïsten bestaan hele uiteenlopende ideeën. Deze kloof, tussen jou en de ander, kan het contact tussen jullie belemmeren.

Ik vind het dan ook een goed idee om niet te laten zien of te vertellen welk (on)geloof je hebt.
Kan je geloof of de intentie van waaruit je leeft, niet gewoon blijken uit de manier waarop je je gedraagt of uitdrukt?

Geluk!

Spinoza vond geluk een mooi streven. Geluk was volgens Spinoza te bereiken via de rede. De mens moet willen begrijpen in plaats van oordelen.

Heeft hij het geluk bereikt?

Wie zal het zeggen. Zijn leven was in ieder geval niet makkelijk: hij verloor zijn moeder toen hij 6 was en zijn vader op 21-jarige leeftijd. Spinoza groeide op in de Joodse gemeenschap en maakte al vroeg kennis met religieuze geschriften. Vragen die hij stelde over het geloof, bleven onbeantwoord en in de teksten zelf vond hij niets dat wees op een goddelijke schrijver.

Zijn conclusie was dan ook dat de teksten door een mens zijn opgesteld en dat het ‘goddelijke’ ook door de mens was gefabriceerd. Dit denkbeeld was toentertijd ongehoord en gevaarlijk. Het kostte hem zijn plaats in de Joodse gemeenschap en zijn leven in Amsterdam.

Spinoza is nooit getrouwd en is kinderloos gebleven. Hij heeft nagedacht en geschreven over de menselijke geest en het bereiken van geluk. De rede zou de mens het geluk brengen. Via de rede kon de mens zijn of haar eigen hartstochten (emoties) onder controle brengen en dat zou leiden tot deugd en geluk.

Emoties onderdrukken?

Spinoza dacht dus dat mensen het geluk zouden vinden door hun ratio te gebruiken om de emoties onder de duim te houden.

Maar hoe houd je rede en hartstocht uit elkaar? Ik weet dat als ik heel hard moet lachen en dus vrolijk ben, ik het moeilijk vind om een zielig verhaal te bedenken. Ook het omgekeerde is waar als ik me depressief voel dan is het moeilijk om een vrolijk verhaal te verzinnen. De rede past zich aan de hartstocht aan en de hartstocht past zich aan de rede aan. Bijvoorbeeld wanneer ik mezelf moed in spreek.

Voor geluk heb je zowel de rede als de hartstocht nodig.  Het een kan niet zonder het ander. Zoals Spinoza al zei, de hartstocht neigt naar (snelle) oordelen, de rede nuanceert. De hartstocht breng zekerheid, de rede twijfel. Dit is een wankel evenwicht, waarbij te veel emotie kan zorgen voor een hang naar zekerheid, en te veel rede kan zorgen voor allesoverheersende twijfel.

Is geluk niet meer de balans tussen deze twee?

Had ik nu wel of niet….

‘Je krijgt alleen spijt van dingen die je niet hebt gedaan’, hoor je vaak.

Als je niet lekker in je vel zit, denk je soms terug aan wat je allemaal anders had kunnen doen. Soms trek je dan ook nog de conclusie dat hetgeen je niet hebt gedaan, de betere optie was geweest.
Als het goed met je gaat, maak je je om dit soort vragen niet druk.
Een bijkomend voordeel.

Waarom leggen we de nadruk op hetgeen we niet hebben gedaan als het op spijt aankomt? Is dat reëel? Als je het een niet doet, doe je iets anders wel. Dus zou je ook kunnen zeggen dat je spijt hebt van dat wat je wel hebt gedaan, maar dat doe je niet. Waarom niet?

Fantasie blijft intact

Over iets wat je niet hebt gedaan, heeft je fantasie de vrije hand. Het gras is altijd groener aan de overkant. Dat wat je niet kent kan geweldig zijn, zonder dat je je bezig hoeft te houden met de mindere kanten, want die staan nog niet op je netvlies.

Bij alles wat je wel hebt gedaan, wordt je fantasie steeds teruggeworpen op de realiteit. Je weet dat het allemaal niet altijd rozengeur en maneschijn was. En het is lastiger jezelf hierbij voor de gek te houden.
Als iets anders uitpakt dan je van te voren denkt, dan zit er niets anders op dan te kijken wat je daarvan vindt. Als het uiteindelijke oordeel negatief uitvalt, ben je alleen maar wijzer geworden.

Is die andere weg echt beter?

Heb geen spijt van wegen die je bewandeld hebt, en die achteraf niet goed uitpakten. Heb ook geen spijt van wegen die je niet bewandeld hebt, en die in je fantasie geweldig uitpakken.
Spijt hebben is achteraf oordelen. Zonde van je tijd.
Nu weet je immers meer dan toen. Je weet hoe de weg die je bewandelde uitpakt.

En wat denk je, als je deze informatie toen had gehad, had je dan iets anders gedaan? Was die andere weg, met zijn eigen – nog onbekende – obstakels, echt beter geweest?

Carpe diem!

We moeten eens wat bewuster gaan leven. In Trouw stond een interview van Wisanne van ’t Zelfde met Roman Krznaric. Krznaric is mede-oprichter van ‘School of Life  –  Hoe leef je bewust’ en schrijver. Het artikel begint met het beschrijven van een mandje waarin Van ’t Zelfde haar smartphone moet achterlaten omdat deze ons berooft van het ‘carpe diem’ gevoel. Volgens Krznaric worden we opgeslokt door berichtjes en andere input waardoor we niet meer kunnen genieten van het moment. We zijn niet meer bewust aanwezig. Het pluk de dag is verworden tot pluk je creditcard.

Meer wegen leiden naar Rome

De schrijver doelde niet op mindfulness. Uit principe, omdat mindfullness, volgens hem, niet de enige weg naar een bewust leven zou zijn.
De schrijver pleit er voor om ons meer bewust te worden van ons eindige leven. Genieten kun je ook door niet in alles wat wordt aangeboden mee te gaan. Je moet je bewust zijn van wat bij jou past en wie je wilt zijn. Iedereen die een affaire begint zou zich af moeten vragen: ‘als dit de laatste dag van mijn leven is, wil ik die dan echt besteden met het ruïneren van mijn huwelijk?’ Als het antwoord ja is, ga vooral je gang, maar vraag je zelf dan vooral ook af of je wel getrouwd wil blijven.

Wie wil je zijn?

Een andere suggestie die hij doet is de volgende. Stel je voor dat je aan een tafel zit met allemaal verschillende versies van jou. Allemaal mensen die je had kunnen zijn of zou willen zijn. Voor wie zou je kiezen? Zou je kiezen voor degene die vreemdgaat? Zou je kiezen voor degene die … (vul zelf maar in). Wie en hoe zou je willen zijn?

Lijkt de gekozen versie een beetje op wie je nu bent?

Zo ja, gefeliciteerd! Zo nee. Hoe kun je een en ander veranderen? Wat doe je nu wel dat je dan niet zou doen? Kun je dat veranderen of daarmee ophouden? Wat heb je daarvoor nodig? Wie heb je daarvoor nodig? Of wat doe je nu niet, wat je dan wel zou doen? Wat maakt dat je dit nu niet doet en iets anders wel? Mis je vaardigheden? Kun je iemand inschakelen die jou hierbij helpt?

Om jezelf niet mee te laten sleuren in de waan van de dag, is het goed om jezelf af en toe zo’n vraag te stellen.

Hoe wil jij op je leven terugkijken? Wanneer ben je trots op jezelf?

Forceren of confronteren?

Google op ‘conflict’, en je vindt binnen enkele seconden, ruim een kwart miljard hits. Conflict is een Engels woord, dus dat geeft ook een boost. Google je op ruzie, dan krijg je bijna drie en een half miljoen hits. Dat is ook fors. Zeker voor een onderwerp waar we eigenlijk liever niet over praten. Mensen gaan op verschillende manieren om met ruzie of conflicten.
De meeste mensen ontwikkelen wel een ‘conflictstijl’ in hun jeugdjaren. Deze stijl is vaak een blijvertje. Dat is hoe jij met conflicten omgaat. Probleem hierbij is dat die stil niet in iedere conflictsituatie handig is.
Vraag je, als je in conflict bent of je voelt dat er een conflict aan zit te komen, eens af:
Wat vind ik belangrijk? Wat wil ik bereiken? Zijn de belangen belangrijker of de relatie met de ander? Zijn zowel de relatie als de belangen belangrijk?
En kijk welke conflictstijl handig is om toe te passen.

Een voorbeeld

Jackie belt haar buurvrouw en vraagt haar of zij kans ziet om nog een dag langer haar kat eten te geven. De buurvrouw antwoordt: ‘Natuurlijk’. Jackie bedankt de buurvrouw en hangt op. Ze komt de volgende morgen thuis en ze heeft de deur nog niet achter zich dicht gedaan of de bel gaat. De buurvrouw staat voor de deur. Die laat Jackie weten dat ze door dit gedoe haar eigen vakantie een dag heeft moeten uitstellen en dat ze dat eigenlijk niet zo leuk vindt. Jackie is stomverbaasd en weet even niet goed wat ze zeggen moet. Voordat ze kan antwoorden, is de buurvrouw al weer verdwenen. Jackie snapt er niets van. Ze had toch gewoon nee kunnen zeggen? Hieronder staan de verschillende conflictstijlen van Hugo Prein.
Na de vakantie van de buurvrouw gaat Jackie bij haar langs. Zij zou als:

  1. Confronteerder tegen haar buurvrouw zeggen dat ze het vervelend vindt, dat ze haar vakantie een dag heeft moeten uitstellen. Daarna zou ze haar uitleggen waarom ze haar heeft gebeld. (De relatie is belangrijk.)
  2. Forceerder ‘doe niet zo idioot’ hebben geroepen. Ik heb gewoon een vraag gesteld. Het slaat nergens op dat jij me dit kwalijk neemt. Je had toch gewoon nee kunnen zeggen. Waarom doe je dat dan niet?’ Net zo lang totdat Jackie gelijk zou krijgen van de buurvrouw. (Het eigen gelijk is belangrijk: je wilt je laten gelden.)
  3. Ontloper tegen haar buurvrouw zeggen ‘de volgende keer zal ik er zeker aandenken’ en bij zichzelf denken ‘pleur op’ of ‘val dood’. (Niets is belangrijk.)
  4. Toedekker zich het gevoel van haar buurvrouw goed kunnen voorstellen en zeggen dat ze er de volgende keer, die waarschijnlijk toch nooit komt, aan zal denken. (Veel zorg voor –de belangen van- de ander en niet veel ook voor je eigen belangen.)

Welke stijl zou jij gebruiken?