Beeldblog

Ik heb het boek over inspraak in organisaties deze week afgerond. Mijn opdrachtgever is blij met het resultaat. Hij ziet zichzelf en zijn idee terug in het verhaal.
Nu alleen nog een redactionele slag en dan is het echt helemaal klaar!

Ik heb mezelf getrakteerd op de herfst, het jaargetijde met de mooiste kleuren. Daar kan ik zo van genieten!

Hieronder een paar van de foto’s die ik maakte.

Al die regeltjes

‘Al die regeltjes’, zegt Rob, ‘ik word er niet goed van. Als ik een Chinees vaccin wil, dan moet dat toch kunnen. Het is mijn lichaam.’ 
‘Een Chinees vaccin?’ vraag ik terwijl er een Oeigoerse alarmbel in mijn hoofd afgaat.
‘Ja’, gaat Rob enthousiast verder, ‘dat moet ik toch zelf kunnen bepalen? Waarom bepaalt een overheid, Europees of nationaal, dat voor mij?’
‘Ik kan wel iets bedenken tegen een Chinees vaccin’, zeg ik, en ik begin over de vraag of de informatie over het vaccin wel klopt en in hoeverre Oeigoeren zijn ingezet.
‘Niets is helemaal veilig. Geen enkel vaccin is 100%.’
‘Nee, dat klopt, er zijn altijd bijwerkingen, maar hoe …’
‘Altijd dat gezeur met die regeltjes’, gaat Rob verder, ‘vaccinatie of niet, ik blijf echt wel voldoen aan de regels die nu, met het oog op de volksgezondheid, worden voorgeschreven. Ik snap het nationale belang van die regels, maar waarom mag ik mij niet vaccineren als ik dat wil?’

De mens centraal

Dit is een deel van het skypegesprek dat ik van de week voerde met Rob van Oosten. Over zijn ideeën inzake inspraak in organisaties, schrijf ik een boek dat nu in concept af is. Tijdens het schrijven ervan hadden we vaker discussies. De insteek van Rob is dat je tot een gezonde organisatie komt als je de mens centraal stelt in plaats van de regels en procedures. Daar ben ik het van harte mee eens.
Maar alle regels en procedures even aan de kant zetten, is wel confronterend. Ook als je ervan uit gaat dat dat de enige manier is. Het raakt, om bij mezelf te blijven, aan mijn gevoel van veiligheid. Regels zorgen nu eenmaal ook voor structuur. Aan de andere kant zorgen ze ook voor het afnemen van het vertrouwen in de capaciteiten van mensen.

Samen analyseren

Het afschaffen van regels is dus noodzakelijk. Het werkt gelukkig ook verfrissend, als je je comfortzone eenmaal hebt verlaten en je kijkt naar wat er nu precies speelt. Wat is er aan de hand? Wat gaat er fout zonder die regel? Klopt dit wel? Zijn de mensen die erbij gebaat lijken, ook echt gebaat bij deze regel. Gelijke monniken, gelijke kappen? Hoeveel gelijke monniken zijn er? En wat heb je dan aan al die kappen? 

Het afschaffen van regels maakt, als het goed is, ruimte voor een probleemanalyse. En als deze analyse samen met of alleen door de mensen, die moeten leven met de consequenties van de oplossing, wordt gemaakt, is dat winst. Dan kunnen, indien nodig, nieuwe regels ontstaan, zonder dat de mens ondergeschikt wordt aan deze regels. De regel is immers aan te passen.

Waar hebben we het over?

Het gesprek dat ik voerde met Rob over wel of geen vaccin uit China, kon ik niet los zien van het land en de mensenrechten. Feitelijk hadden mijn bezwaren niets te maken met zijn recht of zijn wens, maar met het wel of niet investeren in een regime dat mensenrechten schendt.

De discussie was eigenlijk niet nodig geweest. Of juist wel?

Rob vindt van wel. Zeker in organisaties. Het vertrouwen in en tussen mensen moet worden hersteld. Dat is nodig om echte veranderingen door te voeren, om de eerste te kunnen zijn, om te verbeteren.
Dit doe je door in gesprek te gaan met elkaar.

Het zoutpad

Het zoutpad, over oude wegen naar een nieuw begin. Het eerste boek van een niet-schrijver en dan meteen een bestseller. Als (reis)schrijver ben ik daar stiekem best een beetje jaloers op. Ik begrijp wel dat het boek een bestseller werd. Het is een goed verhaal dat gaat over een echtpaar (de schrijfster Raynor Winn en haar man Moth) dat alles kwijtraakt. Door een foute investering, een misplaatste beschuldiging en een rechtssysteem waar de procedure het bewijs verwerpt, raken ze alles kwijt. Het enige dat ze nog hebben is 40 pond per week van een of andere verzekering. Verder niets. 

South West Coast Path in Wales

Onder de trap, in het huis dat over een paar uur niet meer van hen is, luisteren ze naar het gebonk op hun voordeur. Dat is het moment waarop Raynor aan Moth voorstelt om het South West Coast Path in Wales te gaan lopen. Het path van 1014 kilometer lang is veel te ambitieus voor iemand met zijn gezondheid, maar Moth stemt toch toe. Wat moeten ze anders? Het lopen van het zoutpad geeft hen iets om handen en verandert hun kijk op zichzelf en het leven. Met recht een ontdekkingsreis.

Keuze of geen keuze

In het begin geven Ray en Moth eerlijk antwoord op de vraag hoe ze op het pad verzeild zijn geraakt, maar nadat de meeste mensen ‘in shock’ weglopen, passen ze het verhaal aan. Ze vertellen niet meer over het ‘niets’ meer hebben, over alles te zijn kwijtgeraakt, maar zeggen dat ze ervoor gekozen hebben dit pad te lopen. Nu loopt niemand meer weg en krijgen ze respect en bewondering voor hun dappere keuze. Het echte verhaal raakt de diepste angst van mensen, en dat verdragen veel mensen niet. 

Op reis en schrijven

Onze manier van leven biedt beschutting tegen onze grootste angsten. We hoeven ze niet meer te voelen of te erkennen, met als gevolg dat we onszelf ook minder goed leren kennen. Het deel dat we niet willen kennen, leren we ook niet kennen.

De angst voor de angst of de pijn is vaak groter dan de angst of de pijn zelf. 
Als die angst voor de angst of pijn je tegenhoudt om dingen te doen, wens ik je moed toe, moed om met of zonder hulp de angst onder ogen te komen.

Op dit moment ben ik moed aan het verzamelen om ook op reis te gaan en te schrijven, zoals de Winn’s, maar dan op mijn eigen, ongedwongen, manier.

Meeuwen, geïnterpreteerd

‘Oscar, Oscar, waar ben je?’, krijst ze terwijl ze, bezorgd, om zich heen kijkt. De man rolt met zijn ogen en wendt, licht vermoeid, zich tot zijn vrouw: ‘Laat hem nu maar gewoon even. Het komt wel goed. Hij wil gewoon even alleen zijn.’ Zijn vrouw keert zich naar hem toe en kijkt hem woedend aan: ‘En hoe weet jij dat nu weer?’ Het sarcasme druipt ervan af. De man zucht en zegt: ‘Ik ken hem toch. Ga nu niet doen of dit de eerste keer is dat hij even weg is.’ Woest kijkt de vrouw hem aan en krijst: ‘Ik wil weten waar hij is. Doe nu niet alsof jij die roofvogel niet hebt gezien.’
Na een paar minuten vliegen ze weg en zet het spektakel zich in de lucht voort. De vrouw krijst wanhopig: ‘Oscar, Oscar.’

Even later landt het vrouwtje weer op het dak. Ze kijkt radeloos om zich heen, en krijst om haar zoon. Dan ziet ze twee meeuwen in de verte, de ene net iets kleiner dan de andere. Ze durft het bijna niet te geloven, maar even later, herkent ze haar man en zoon. Ze maakt een sprongetje en krijst het in alle vurigheid uit: ‘Oscar, Oscar, waar heb je gezeten? Ik was zo ongerust.’ Ze slaat haar vleugels stevig om hem heen. Met een bibberende stem antwoordt Oscar: ‘Een roofvogel, een roofvogel…’. ‘Een roofvogel? Wat is er met een roofvogel?’, krijst het vrouwtje, die over haar zoon heen, haar man woedend aankijkt.

Ze draait zich weer naar haar zoon, houdt hem een stukje van zich af en kijkt hem recht aan. Ze opent haar mond, maar nog voordat ze iets kan zeggen, hoort ze haar man zeggen: ‘Ze hebben een van de roofvogels uitgeschakeld’. Zijn moeder kijkt Oscar aan en vraagt of dat waar is. Hij slikt even en knikt dan aarzelend. Een rilling loopt over zijn rug. Als zijn vader iets later was geweest, had hij hier nu niet gestaan.

Verhalen

Dit verhaal kwam tot stand op mijn balkon, kijkend en vooral ook luisterend, naar de krijsende meeuwen op het dak tegenover mij. Die beestjes maken een herrie! Om deze overlast te verminderen monteert de gemeente de plastic roofvogels op de daken (zie foto). Een, gelukkig, diervriendelijke manier om de overlast door de meeuwen te bestrijden.

Spookschrijven

If only

Spookschrijven. Het is ghostwriting in het Nederlands, maar dan leuker. Qua klank. Inhoudelijk is er geen verschil. Een spookschrijver is een ghostwriter. Iemand die een boek schrijft of blogt voor een ander en hierbij zelf anoniem blijft. De naam van de opdrachtgever staat op de cover van het boek of onder de blog.
En daarmee is het verhaal over spookschrijven eigenlijk verteld. 

Op avontuur

Een paar jaar geleden interviewde ik twee spookschrijvers. Het fenomeen ‘spookschrijven’ was mij totaal onbekend, maar beide schrijvers waren erg enthousiast over wat ze deden. Dat enthousiasme bleek aanstekelijk. Het interview kun je hier vinden.

Toen ik de vraag kreeg als spookschrijver te fungeren, was ik meteen geïnteresseerd. Het onderwerp bleek ook nog eens interessant en haakte aan bij mijn werk als P&O-er.  
Op de vraag of ‘ik samen met hem het avontuur aan wil gaan’, heb ik dan ook ja gezegd. ‘Avontuur’ grijpt terug op de omvang van het project en op het enthousiasme van de opdrachtgever.
We zijn nu een aantal maanden verder en het is erg leuk om te doen: ik mag me verdiepen in een onderwerp dat ik interessant vind en erover schrijven. Wat wil ik nog meer!

Een digitaal cadeautje

Als schrijven je ding niet is, zoals bij mijn opdrachtgever, biedt de spookschrijver uitkomst. Hij of zij zet de informatie die jij wilt delen om in een leesbare, overzichtelijke en toegankelijke tekst. Over de rechten moet je afspraken maken, maar de meeste spookschrijvers wuiven die weg. 

Het is een leuke manier om een digitaal cadeautje aan huidige en potentiële opdrachtgevers of klanten te kunnen geven: een digitaal boek(je) met informatie over jouw dienstverlening of product.

Iets om over na te denken?

Hoe verder?

Ik kan me nu een beetje voorstellen hoe J.K. Rowling zich gevoeld moet hebben, toen ze haar manuscript aanbood aan uitgeverijen en talloze standaard afwijzingen ontving. Ik geloof niet dat ik een boek heb geschreven dat in de richting komt van het succes van Harry Potter, maar afwijzingen heb ik wel ontvangen. Niet leuk.

Ik weet: het hoort erbij, het is het risico van het vak, maar hoe je het ook wendt of keert het wordt er niet leuk van.  Ook Saskia Noort schijnt vele manuscripten aan uitgevers te hebben gestuurd, voordat ze eindelijk doorbrak.
Het is wel een houvast om te weten dat deze mensen mij zijn voorgegaan.

Toch ook opbouwende kritiek gelukkig

Ik heb wel commentaar gehad van een uitgever. Als eerste zei deze dat ik niet moest wanhopen en dat ik vooral niet moest stoppen met schrijven. Dat zou zonde zijn. Dat geeft moed. Stel dat ze hadden gezegd: het verhaal is goed maar je moet iemand anders vragen het op te schrijven. 

Wat was er dan nog niet goed (genoeg)?

Het eerste punt van kritiek was dat het verhaal te dun was. De plot was niet stevig genoeg. Het tweede punt van kritiek was dat ik de zintuiglijke beleving niet (genoeg) beschreef.  
Als eerste ga ik oefenen met zintuiglijke beschrijvingen. Hoe ziet de omgeving er uit? Hoe ruikt, voelt, klinkt de omgeving? Met dit weer kan ik hiervoor op een terras gaan zitten. Gewoon in het zonnetje om me heen kijken en opschrijven wat ik zie, proef, ruik, hoor en voel. Ik hoop zo een beetje de smaak van het omschrijven te pakken te krijgen. 
Ik vind het lastiger om iets te doen aan de dunheid van het verhaal. Ik weet nog niet precies wat ik daar precies mee ga doen. Ik laat het maar even pruttelen.

Mijn boek is af!

De laatste dagen ben ik druk bezig geweest met het oplossen van de overgebleven losse eindjes, maar nu is mijn boek af!
Van de week heb ik het aangeboden aan de uitgever.
Het verlossende woord kan ik over ongeveer drie maanden verwachten…
(Genoeg) Tijd om te duimen dus!
De mensen die met mij mee hebben gekeken en gelezen ben ik dankbaar. 
Ik denk niet dat ik in mijn eentje dit resultaat had bereikt. En daarbij, ook niet onbelangrijk, maakten ze het proces ook (nog) leuker!

Wil je ook een boek schrijven?

Iedereen die een boek wil schrijven, zou ik adviseren dit ook gewoon te doen. Het vergt veel tijd, maar het is ook ontzettend leuk. Terugkijkend op de afgelopen veertien maanden zou ik je de volgende tips geven:

  • Begin gewoon. Kijk wat voor jou het beste werkt: vaste tijden of tussendoor? 
  • Probeer te bepalen wat een realistische einddatum is. Ik ben uitgegaan van een jaar. Dit zijn veertien maanden geworden.
  • Als je, tijdens het schrijven vastloopt, of even niet weet hoe een verhaal verder komt zonder een scene die net iets te magisch of te toevallig is, laat het gewoon even zo. De oplossing komt later wel.
  • Laat andere mensen meekijken en probeer je te verheugen op de kritiek die je krijgt. Mee-lezers nemen de tijd om jouw boek te lezen en het van commentaar te voorzien. Dat heb ik altijd een groot cadeau gevonden! Van het commentaar dat je krijgt gebruik je wat je aanspreekt. Het is jouw boek. Je hoeft niets uit te leggen. 
  • Als je meerdere mee-lezers hebt, laat ze niet allemaal tegelijk meelezen. De tweede keer lezen kost meer moeite dan de eerste keer, als het verhaal nog nieuw is.

Beoordeling

Ik vond het mooi om mijn boek steeds beter te zien worden. Dat gaf energie. De personages gingen meer leven en het verhaal kreeg hierdoor meer diepte.
Hoe de beoordeling ook uit mag vallen. Een ding staat vast: ik heb een hoop plezier gehad en ben trots op het resultaat! 

Twijfel

Ergens heb ik altijd het idee dat het de bedoeling is om keuzes te maken, zodat ik me daarop kan richten en weer verder kan. In mijn geval een antwoord op de vraag: ‘Geef ik mijn boek zelf uit of zoek ik een uitgever?’ Als ik mensen vertel dat ik een boek heb geschreven, dan is de eerste, en anders in ieder geval de tweede vraag: ‘Heb je al een uitgever?’ Soms voel ik mij dan opgejaagd en dan geef ik antwoord. Of ik schrijf een blog. Dit terwijl een antwoord op die vraag helemaal niet nodig is. Waarom zou het een het ander moeten uitsluiten? 

Mijn boek komt uit

Hoe is nog niet duidelijk, maar het komt uit. Ik stuur mijn manuscript, zodra ik het goed genoeg vind, naar een aantal uitgevers en daarnaast ga ik mijn eigen uitgeef traject in.

Het zelf uitgeven van een boek kost veel tijd. De tekst moet, zo goed als, foutloos zijn. Daarna moet ik bepalen welk papier, welk lettertype, en welk formaat ik wil voor mijn boek. 
‘Begin ik elk hoofdstuk op de rechterpagina of laat ik dat los?’ Een nieuw hoofdstuk beginnen was altijd de standaard, maar er zijn schrijvers die dit loslaten. Dus dit mag ik me nu ook afvragen. Al vind ik het persoonlijk wel prettig als een nieuw hoofdstuk op een nieuwe pagina begint. 
De vormgeving van het boek is ook niet onbelangrijk. Het is de bedoeling dat mensen het gaan kopen, dus het moet er mooi uit zien. De tekst op de achterkant is van groot belang. 
Daarna besluiten of ik het laat drukken of voor ‘print on demand’ kies. Hoeveel boeken denk ik te kunnen verkopen? Ik heb werkelijk geen idee.

Dus voordat het af is, ben ik sowieso een paar maanden verder.
Ooit las ik ergens dat de beste tijd om een boek uit te geven voor de zomer of voor de feestdagen is, dus rond juni en november.
Een van die twee ga ik zeker halen.
Hoe blijft nog even een vraag.

Uitgeven en schrijven

Uitgeven

Tijdens het schrijven van mijn vorige blog was ik al tot de conclusie gekomen dat ik mijn boek zelf ga uitgeven, maar ik wilde er nog even over nadenken. Het is nu een ruim een week later en de kogel is door de kerk: ik doe het zelf.

Dat betekent niet dat ik alles zelf doe. Het redigeren van mijn boek doe ik niet zelf. Dat is niet handig omdat ik blind ben voor mijn eigen fouten. Ik lees er over heen. Ik kan alleen het werk van iemand anders redigeren. Gelukkig heb ik een aantal mensen in mijn omgeving die dit heel goed kunnen.

Inmiddels heb ik wel een synopsis geschreven. Een korte blijkt achteraf. Ik had maar een A4-tje nodig in plaats van de maximale vijf A4-tjes. Misschien een beetje te kort door de bocht. Misschien gewoon kort maar krachtig.
In ieder geval handig voor acquisitie-doeleinden. Het kan meegestuurd worden naar pers, boekhandels en anderen.

Nieuwe ideeën

Tijdens het denken over hoe en wat met uitgeven, kwam een idee voor een nieuw boek op. Dit idee heb ik omgezet in een synopsis. Acht hoofdstukken heb ik nu beknopt verder uitgewerkt.
Al schrijvende kreeg ik weer een idee voor een ander boek. Daar ben ik ook mee aan de slag gegaan. Dat gaat meer op de manier van mijn eerste boek. Zonder een van te voren uitgedacht plan. Ik schrijf en zie wel waar ik uit kom.
Ondertussen is het weer wachten op de meelezer. Erg blij mee en ook erg benieuwd!

Angstdrempels

Free Solo

Een film over, Erik, een man die ‘El Captain’, een van de gevaarlijkste bergen ter wereld, wil beklimmen. Zonder hulpmiddelen. Nooit eerder durfde iemand die berg ‘naakt’ te beklimmen omdat dat een waarschijnlijke dood betekende. Erik zet door. Hij oefent zich een ongeluk. Als hij het tijdens de klim niet vertrouwt, blaast hij de expeditie af. Iedereen om hem heen haalt dan opgelucht adem. Het geeft hen het idee dat hij geen onnodige risico’s neemt. Erik zet wel door.
Uit hersenonderzoek, ergens halverwege de film, blijkt dat de amygdala van Erik niet normaal werkt. Zijn angstcentrum laat weinig tot geen activiteit zien. Dit betekent dat hij een hoge angstdrempel heeft en risico’s dus anders inschat.

I dream in another language

Is een film over een taalwetenschapper die het Zikril als taal wil behouden. Hij probeert de laatste twee mannen die de taal nog spreken bij elkaar te brengen zodat hij hun conversaties kan vastleggen. Dit is moeilijk omdat de twee mannen al vijftig jaar niet meer met elkaar spreken. Ooit waren ze goede vrienden, maar een aantal gebeurtenissen hebben voor een ommekeer gezorgd. In de film wordt langzaam duidelijk waarom. Angst speelt hier een grote rol.

Als het angstcentrum van de mannen op dezelfde manier had gewerkt als die van de man in ‘Free Solo’ had hun leven er waarschijnlijk heel anders uitgezien en vice versa.

Angst is een raadgever

Angst zorgt ervoor dat je adequaat reageert als er gevaar dreigt. Soms is dat heel fijn. Denk aan de tijger of aan die auto die op je af komt rijden. Soms is het helemaal niet fijn. Als het gevaar niet reëel is bijvoorbeeld waardoor je iets wat je graag wilt, niet doet omdat je bang bent voor de mogelijk pijnlijke gevolgen.

Zouden we beter af zijn als we allemaal zo’n hoge angstdrempel hadden? Of gaan we dan allemaal eerder dood omdat we gevaar ongelukkig inschatten?

Waarschijnlijk ligt de realiteit ergens in het midden. Ik denk dat het al een hoop scheelt als we onze angstgevoelens tijdig herkennen, zodat deze gevoelens geen loopje met ons nemen.