Had ik nu wel of niet….

‘Je krijgt alleen spijt van dingen die je niet hebt gedaan’, hoor je vaak.

Als je niet lekker in je vel zit, denk je soms terug aan wat je allemaal anders had kunnen doen. Soms trek je dan ook nog de conclusie dat hetgeen je niet hebt gedaan, de betere optie was geweest.
Als het goed met je gaat, maak je je om dit soort vragen niet druk.
Een bijkomend voordeel.

Waarom leggen we de nadruk op hetgeen we niet hebben gedaan als het op spijt aankomt? Is dat reëel? Als je het een niet doet, doe je iets anders wel. Dus zou je ook kunnen zeggen dat je spijt hebt van dat wat je wel hebt gedaan, maar dat doe je niet. Waarom niet?

Fantasie blijft intact

Over iets wat je niet hebt gedaan, heeft je fantasie de vrije hand. Het gras is altijd groener aan de overkant. Dat wat je niet kent kan geweldig zijn, zonder dat je je bezig hoeft te houden met de mindere kanten, want die staan nog niet op je netvlies.

Bij alles wat je wel hebt gedaan, wordt je fantasie steeds teruggeworpen op de realiteit. Je weet dat het allemaal niet altijd rozengeur en maneschijn was. En het is lastiger jezelf hierbij voor de gek te houden.
Als iets anders uitpakt dan je van te voren denkt, dan zit er niets anders op dan te kijken wat je daarvan vindt. Als het uiteindelijke oordeel negatief uitvalt, ben je alleen maar wijzer geworden.

Is die andere weg echt beter?

Heb geen spijt van wegen die je bewandeld hebt, en die achteraf niet goed uitpakten. Heb ook geen spijt van wegen die je niet bewandeld hebt, en die in je fantasie geweldig uitpakken.
Spijt hebben is achteraf oordelen. Zonde van je tijd.
Nu weet je immers meer dan toen. Je weet hoe de weg die je bewandelde uitpakt.

En wat denk je, als je deze informatie toen had gehad, had je dan iets anders gedaan? Was die andere weg, met zijn eigen – nog onbekende – obstakels, echt beter geweest?