De Tafelberg in de lage landen

‘Van een beetje smeer ga je niet dood hoor’, roept Anke lachend. Ik kijk haar vragend aan en dan realiseer ik me dat ik met mijn handen wapper alsof ik water op mijn handen heb in plaats van smeer. Ik schiet ook in de lach. Als de fietsen op het rek staan, vertrekken we richting het Gooi. In verband met Covid19, rijden we met de ramen open, iets dat op de snelweg onstabiel en ongemakkelijk aanvoelt.

De pier

Na zo’n twintig minuten fietsen, komen we aan in de haven van Huizen. De pier lokt meteen en we fietsen door tot het eind, waar we twee houten banken tegenover vinden. Op anderhalve meter afstand, geloof het of niet. Ik wil foto’s maken van het Gooimeer en loop, langs de banken, over de losse stenen waar het water tegen aan klotst, zo ver mogelijk naar het meer toe. Alles voor een mooie foto. Pas als ik bijna val, haak ik af en ga op een van de banken zitten. Anke gaat verder, hier en daar een rijpe braam van een struik, die zijn weg heeft gevonden tussen de stenen, plukkend. Ze zijn heerlijk zoet. ‘Oh, kijk, er liggen ook flesjes bier. Lekkere combinatie!’, roept ze met opgetrokken bovenlip. Ik schiet in de lach.

Scandinavië

Terug op het ‘vasteland’ fietsen we langs de haven van Huizen langs mooie kleurrijke panden waardoor we ons in Scandinavië wanen. Even verderop komen we erachter dat de paneden van één hotelketen zijn en allen tezamen een hotel vormen. Iets minder romantisch dan we dachten. Jammer.
We fietsen voorbij de oude kalkovens, die nu dienstdoen als restaurant en zoeken het water weer op. We willen zoveel mogelijk in de buurt van het water blijven. Even later, als we in een fuik van ziltige, penetrante, vislucht terechtkomen die ons de adem beneemt, kijken we elkaar aan en fietsen we heel hard weg, snakkend naar een olfactorisch veiliger plek.

Als de haven achter ons ligt, en ons reukvermogen weer tot rust is gekomen, zien we een strandje aan het meer. Helemaal leeg. Een teken dat de scholen weer zijn begonnen. Dat kan niet anders.

Koffie

We gaan op zoek naar ‘De Tafelberg’, een restaurant, dat ons werd aanbevolen. We hebben trek dus we googelen het restaurant en volgen de aangegeven route. We fietsen door Blaricum, langs huizen waar we zo in zouden trekken, maar we houden ons in. 
Onderweg realiseer ik me dat ik nog geen koffie heb gedronken. Die wetenswaardigheid nestelt zich in mijn lichaam en mijn trek wordt groter. Over een verslaving gesproken. Op een rul zandpaadje, heuvelopwaarts, wordt het fietsen onmogelijk, en lopen we verder. Ik kijk op mijn mobiel. Bij het volgende kruispunt naar links en dan nog twee minuten rechtdoor, lees ik. ‘We zijn er bijna, nog een paar minuten’, zeg ik. Ik zie het hoofd van Anke horizontaal bewegen. Als we op het kruispunt aankomen ligt er een mooi geasfalteerd paadje, dat ons in twee minuten naar een privé-huis boven op de Tafelberg leidt. Geen restaurant, geen koffie.

Het restaurant de Tafelberg

De zoekopdracht ‘de Tafelberg’ leidt naar de top van de opgeworpen heuvel de Tafelberg, het hoogste punt van het Gooi, niet naar het restaurant. Wat suf! Ik had restaurant erbij moeten vermelden, maar wie rekent er nu op een plek bij het woord berg in Nederland. Ik niet. Tafelheuvel klopt voor mijn gevoel beter. Tafelberg.
We typen een nieuwe zoekopdracht in en volgen de aangegeven route. Een kwartiertje later stuiten we, net voordat we op de bestemming aankomen, op de prachtige paarse heide. We stappen af en ik maak een paar foto’s.
Het terras van ‘De Tafelberg’ is erg ruim en aangenaam, mèt uitzicht op de paarse heide en een kudde schapen. We gaan zitten en ik bestel een kop koffie. Dan zie ik de schapen vrolijk weg rennen. Ik word er nieuwsgierig van en wil ze achterna gaan om te kijken waar ze precies naar toe gaan en wat ze gaan doen. Dan verschijnt de ober met de koffie en laat ik het idee varen. Koffie. Eindelijk. 

Dichtbij op reis

Tijdens mijn hardlooprondje maak ik altijd een paar foto’s van de omgeving. De lichtval van opkomende zon geeft vaak mooie plaatjes.
Op donderdag is alles anders. Op die dag hangt er, net boven land, een laag mist. Het uitzicht lijkt hierdoor mooier. Spontaan loop ik naar het water toe en als ik daar aankom kan ik alleen nog maar kijken. Ik zie de nevel, heimelijk, boven het water dwalen, terwijl het zonlicht het uitzicht, tot een schilderij van een oude meester, maakt. Ik hou mijn adem in. Deze ochtend is alles mooier. Ik begin te fotograferen en kan niet meer ophouden.

Twee dagen later…

…als ik aan het fietsen ben, overkomt me hetzelfde. Ongelooflijk. Op weg naar de boerderij om kaas en eieren te kopen, rijd ik door een woonwijk, als ik, rechts van mij, de zon door de wolken zie schijnen. Op het eerste oog niet echt opzienbarend, maar de zonnestralen zijn zo helder dat het lijkt alsof ik ze één voor één zie. Als dat tot me doordringt, ga ik vol in de remmen, fiets een stukje terug en maak een paar foto’s. Even later fiets ik over een stuk open terrein waar de lucht hetzelfde prachtige schouwspel laat zien. Om de haverklap stap ik af, om me ervan te verzekeren, dat ik de zonnestralen ook zó op de foto zet.

Voor mij waren het twee prachtige reizen. Dichtbij huis en op veilige afstand. Blijf gezond!