Meeuwen, geïnterpreteerd

‘Oscar, Oscar, waar ben je?’, krijst ze terwijl ze, bezorgd, om zich heen kijkt. De man rolt met zijn ogen en wendt, licht vermoeid, zich tot zijn vrouw: ‘Laat hem nu maar gewoon even. Het komt wel goed. Hij wil gewoon even alleen zijn.’ Zijn vrouw keert zich naar hem toe en kijkt hem woedend aan: ‘En hoe weet jij dat nu weer?’ Het sarcasme druipt ervan af. De man zucht en zegt: ‘Ik ken hem toch. Ga nu niet doen of dit de eerste keer is dat hij even weg is.’ Woest kijkt de vrouw hem aan en krijst: ‘Ik wil weten waar hij is. Doe nu niet alsof jij die roofvogel niet hebt gezien.’
Na een paar minuten vliegen ze weg en zet het spektakel zich in de lucht voort. De vrouw krijst wanhopig: ‘Oscar, Oscar.’

Even later landt het vrouwtje weer op het dak. Ze kijkt radeloos om zich heen, en krijst om haar zoon. Dan ziet ze twee meeuwen in de verte, de ene net iets kleiner dan de andere. Ze durft het bijna niet te geloven, maar even later, herkent ze haar man en zoon. Ze maakt een sprongetje en krijst het in alle vurigheid uit: ‘Oscar, Oscar, waar heb je gezeten? Ik was zo ongerust.’ Ze slaat haar vleugels stevig om hem heen. Met een bibberende stem antwoordt Oscar: ‘Een roofvogel, een roofvogel…’. ‘Een roofvogel? Wat is er met een roofvogel?’, krijst het vrouwtje, die over haar zoon heen, haar man woedend aankijkt.

Ze draait zich weer naar haar zoon, houdt hem een stukje van zich af en kijkt hem recht aan. Ze opent haar mond, maar nog voordat ze iets kan zeggen, hoort ze haar man zeggen: ‘Ze hebben een van de roofvogels uitgeschakeld’. Zijn moeder kijkt Oscar aan en vraagt of dat waar is. Hij slikt even en knikt dan aarzelend. Een rilling loopt over zijn rug. Als zijn vader iets later was geweest, had hij hier nu niet gestaan.

Verhalen

Dit verhaal kwam tot stand op mijn balkon, kijkend en vooral ook luisterend, naar de krijsende meeuwen op het dak tegenover mij. Die beestjes maken een herrie! Om deze overlast te verminderen monteert de gemeente de plastic roofvogels op de daken (zie foto). Een, gelukkig, diervriendelijke manier om de overlast door de meeuwen te bestrijden.

Geloven is privé

Vanochtend las ik in ‘De tijd’ een interview van Gwen Declerck met Darya Safai. Safai is een Iraanse vrouw. Toen er in 1999 rellen uitbraken aan de universiteit van Teheran vielen drie doden tijdens een eerste protestactie.
Safai werd opgepakt en na 24 dagen gevangenis kwam ze na het betalen van een hoge borgsom vrij. Met haar man vluchtte ze naar België.

Verplichte bedekking

Als ze terugdenkt aan Iran en denkt aan al die vrouwen die zichzelf verplicht bedekken, niet zonder toestemming van hun mannelijke voogd de straat op mogen en de helft minder waard zijn dan mannen, maakt dat haar nog boos.
Safai zou heel graag de bergen in Iran nog eens zien, maar dat blijft waarschijnlijk een droom. Ze kan nooit meer terug omdat ze bij verstek veroordeeld is tot twee jaar gevangenisstraf en de toestand in Iran verslechterd.

Kloof

Op de vraag of ze nog islamitisch is, antwoordde Safai dat dat een privézaak is. Wij zijn gewoon twee mensen die tegenover elkaar staan. Als ik je ga vertellen wat voor geloof ik heb, dan veroorzaak ik een kloof tussen ons. Ik kies er dus voor mijn geloof privé te houden.

En dat klopt. Welk antwoord ze ook zou geven. Er ontstaat altijd een kloof. Een kloof opgevuld met alle denkbeelden en ervaringen van de luisteraar over dit (on)geloof.  En onze denkbeelden en ervaringen trekken we maar zelden in twijfel. Of je nu gelovig bent of niet. Ook over atheïsten bestaan hele uiteenlopende ideeën. Deze kloof, tussen jou en de ander, kan het contact tussen jullie belemmeren.

Ik vind het dan ook een goed idee om niet te laten zien of te vertellen welk (on)geloof je hebt.
Kan je geloof of de intentie van waaruit je leeft, niet gewoon blijken uit de manier waarop je je gedraagt of uitdrukt?