Beren op de weg

Vanochtend heb ik lang naar mijn scherm zitten staren. Ik wist niet hoe ik verder moest. En dan komen er gedachtes langs als ‘het lukt toch nooit’ of ‘hou nu maar op’. Die gedachtes kan ik wel hanteren. Ik herken ze. En ik weet: een boek schrijven is een proces, de ene dag gaat het beter dan de andere dag. Dat kan ik heel rationeel tackelen.
Maar als ik, zoals vanochtend, naar het scherm zit te staren, zonder te weten hoe ik verder moet, bedenk ik ook nieuwe beren op de weg. Een voorbeeld: mijn verhaal is gesitueerd in de jaren tachtig, een tijd zonder mobiele telefoons of tablets. Ook had niemand een computer thuis. De prehistorie zeg maar.

Twijfel

Ik begon enorm te twijfelen. Ik was bang dat dit verhaal niet interessant genoeg zou zijn, of snel genoeg. Kun je nog wel een boeiend verhaal schrijven zonder al die moderne apparaten? Is dat nog de moeite van het lezen waard? Kan dat dan toch? Op de een of andere manier lukte het me niet om me hierover heen te zetten. De angst en de twijfel sloegen toe.
Even later verbaasde ik me over deze gedachtes. Net alsof het leven pas iets ging betekenen met de uitvinding van het mobieltje. Ik besloot om het verhaal gewoon in de jaren tachtig te laten spelen.
En toen had ik weer ruimte om verder te gaan.
Fascinerend hoe dat werkt!

Dat betekent wel opletten

Opletten ja, want toen ik ergens schreef dat een van de personages aan haar bureau ging zitten, stond er voordat ik het wist ook dat ze haar computer had aangezet.
Grappig, hoe snel dat gaat. Ik had ook echt even moeite met bedenken wat je achter je bureau doet als daar geen computer op staat. Toch grappig, dat je binnen betrekkelijk korte tijd ergens zo aan went dat je de dingen amper nog kunt voorstellen zonder.
De twijfel komt ongetwijfeld terug. Die twijfel die iedereen van tijd tot tijd wel heeft. Ik ben benieuwd hoe de volgende beer er uit ziet.

Heb jij ook last van beren of beertjes?