Beelden werken

‘Heb jij een visie voor of over je leven’, was de vraag tijdens een zoombijeenkomst voor insight dialogue (meditatie in contact). Ik kijk op en begin te lachen. ‘Dat is geen klein vraagje’, denk ik bij mezelf. Ze gaat verder: ‘volg je een pad in je leven? Of doe je maar iets?’ Ik begin weer te lachen en juist dat maakt haar nieuwsgierig naar wat ik hierover te zeggen heb, terwijl ik nog geen idee heb. Visie vind ik lastig en van een pad ga ik steigeren, laat staan een levenspad.

De snelweg

Over een levenspad denk ik dus nooit echt na. Mijn weerstand is groot. Misschien bindingsangst, misschien gewoon praktisch, maar ik krijgt het benauwd als ik denk aan de vrijheidsbeperkingen die bij een weg horen. Ik denk meteen aan aanwijzingen voor snelheid en route en oogkleppen om je te focussen op de weg. Dat alles vind ik niet aantrekkelijk, zeker niet als het om mijn leven gaat. Toegegeven, soms is het fijn om mee te liften met anderen en ’to go with the flow’, maar uiteindelijk wil ik vaak toch net iets anders. En dan wil ik stil kunnen staan, om me heen kunnen kijken en twijfelen, iets waar een snelweg nu eenmaal niet voor is gemaakt. Net als de ratrace. Je moet door.

Twijfel

En als ik niet door wil of kan, moet ik uitwijken naar dat paadje langs de snelweg, waar ik op mijn eigen tempo in mijn eigen richting kan lopen. Op dat paadje zie ik alle mensen op de snelweg nog recht op hun doel afstevenen, en voel ik mezelf met de minuut onzekerder worden. Hoe minder twijfel ik aflees op de gezichten, hoe meer de twijfel mij parten speelt. Hierdoor kan ik niet genieten van mijn eigen weg en tempo, en van wie ik ben. En dat is niet aangenaam. Zo bekeken is mijn aversie tegen (levens)paden wel logisch.

Doodlopende paden

Tijdens de insight dialogue komt een ander levenspad ter sprake. Een bergpad, met af en toe een zijpaadje, waarvan sommigen doodlopen. Ik kijk de spreker aan en begin te lachen. De gedachte aan een eigen pad met zijpaadjes waarvan er een aantal doodlopen, maakt me blij. Op zo’n doodlopend einde kan ik de stilte, rust en ruimte gebruiken om me te oriënteren of te bezinnen, en waar ik, als ik opkijk, kan genieten van de schoonheid om mij heen. 
Dat beeld werkt. Dat beeld maakt me blij en inspireert. Met dat pad kan ik leven.