Pavlov voor katten

Nog voordat tot me doordringt wat ik precies hoor, springt Sammy al over me heen, en verschuilt zich onder het bed. Ik roep hem na. Tevergeefs. Ik zet mijn wekker uit, stap uit bed en loop naar de keuken om zijn insuline klaar te maken. Als ik met de insulinespuit de kamer in kom, staat de voerbak, inmiddels opengedraaid, nog onaangeraakt in de kamer. Mijn keel knijpt samen. Dit had ik een paar weken geleden nooit geloofd. Toen zat hij een half uur van tevoren op de rand van het bed, met zijn ogen strak op de deur gericht en zijn oren gespitst, klaar om aan te vallen als hij de bak open hoorde gaan.

De impact is groot

Ik zucht even diep, pak de voerbak op en loop ermee naar de slaapkamer. Als Sammy de voerbak ziet, houdt hij het niet meer. Hij komt hij uit zijn schuilplaats en zodra de bak binnen zijn bereik is, begint hij te schrokken, alsof hij drie weken geleden voor het laatst heeft gegeten. Ik aai hem over zijn rug en zijn koppie, waarop hij, zonder te stoppen met eten, iets van mij af beweegt. Hij wil niet. Ik draai hem terug, til zijn velletje met mijn vingers omhoog om in de ruimte er tussen de insuline toe te dienen. Ik wil hem geen onnodig pijn doen. Sammy kijkt even op, gaat dan door met eten en staat toe dat ik hem injecteer. Voor iets dat zo snel voorbij is, is de impact groot. Ik aai hem nog even over zijn koppie en rug. Wat een lieverd.

Favoriete plekje

Als hij klaar is met eten, verdwijnt hij weer onder het bed. Op dit moment duidelijk zijn favoriete plekje. Ik neem de bak weer mee naar de kamer en berg de naald op. Ik laat hem maar even.

De dierenarts zegt dat hij mogelijk nog van het prikken af komt.
Fingers crossed.

Vleesaversie en kattenogen

In “The Atlantic” schreef Ross Andersen, een artikel over het werk van Matthew Liao, hoogleraar filosofie en bio-ethica aan de New York University. Liao kijkt naar methodes om klimaatverandering te bewerkstelligen. Vlees heeft een grote impact op het milieu en veel mensen eten graag vlees. De methode van Pavlov kun je inzetten om dit laatste te veranderen. Iedereen kent het voorbeeld van de hond die, tegelijkertijd met het horen van een bel, vlees krijgt aangeboden. De hond van gaat kwijlen bij het horen van de bel.

Conditioneren

Mensen kun je ook conditioneren. Geen belletje bij het vlees, maar een misselijkmakend middeltje, met als gevolg: een automatische afkeer van vlees.
Milieutechnisch is dat een aardige gedachte. Zouden veel mensen bereid zijn om dit te doen? Zou jij een misselijkmakend middeltje in je vlees doen?

Ik eet geen vlees uit de bio-industrie, koop geen vlees, bestel het niet in een restaurant, maar als ik ergens kom waar ze biologisch vlees eten, eet ik dat wel. De beelden van dierenleed in de bio-industrie deden hun werk. Het middeltje heb ik niet meer nodig.

Ik kan me niet voorstellen dat er veel mensen zijn die zo’n middeltje gaan gebruiken. Vrijwillig de misselijkheid ondergaan. Dan moet je wel heel veel van vlees, maar nog meer van het milieu, houden.

Alternatieve opties

De vlees aversie is niet het enige dat Liao en zijn team, in het kader van een beter milieu, bedachten. We moeten de mens ook:

  • Kleiner maken, via embryo-selectie.
  • Onbaatzuchtiger maken, met pillen.
  • Kattenogen geven.

Het is wel weer even een andere blik op het milieu en ons aandeel daarin.