Het zoutpad

Het zoutpad, over oude wegen naar een nieuw begin. Het eerste boek van een niet-schrijver en dan meteen een bestseller. Als (reis)schrijver ben ik daar stiekem best een beetje jaloers op. Ik begrijp wel dat het boek een bestseller werd. Het is een goed verhaal dat gaat over een echtpaar (de schrijfster Raynor Winn en haar man Moth) dat alles kwijtraakt. Door een foute investering, een misplaatste beschuldiging en een rechtssysteem waar de procedure het bewijs verwerpt, raken ze alles kwijt. Het enige dat ze nog hebben is 40 pond per week van een of andere verzekering. Verder niets. 

South West Coast Path in Wales

Onder de trap, in het huis dat over een paar uur niet meer van hen is, luisteren ze naar het gebonk op hun voordeur. Dat is het moment waarop Raynor aan Moth voorstelt om het South West Coast Path in Wales te gaan lopen. Het path van 1014 kilometer lang is veel te ambitieus voor iemand met zijn gezondheid, maar Moth stemt toch toe. Wat moeten ze anders? Het lopen van het zoutpad geeft hen iets om handen en verandert hun kijk op zichzelf en het leven. Met recht een ontdekkingsreis.

Keuze of geen keuze

In het begin geven Ray en Moth eerlijk antwoord op de vraag hoe ze op het pad verzeild zijn geraakt, maar nadat de meeste mensen ‘in shock’ weglopen, passen ze het verhaal aan. Ze vertellen niet meer over het ‘niets’ meer hebben, over alles te zijn kwijtgeraakt, maar zeggen dat ze ervoor gekozen hebben dit pad te lopen. Nu loopt niemand meer weg en krijgen ze respect en bewondering voor hun dappere keuze. Het echte verhaal raakt de diepste angst van mensen, en dat verdragen veel mensen niet. 

Op reis en schrijven

Onze manier van leven biedt beschutting tegen onze grootste angsten. We hoeven ze niet meer te voelen of te erkennen, met als gevolg dat we onszelf ook minder goed leren kennen. Het deel dat we niet willen kennen, leren we ook niet kennen.

De angst voor de angst of de pijn is vaak groter dan de angst of de pijn zelf. 
Als die angst voor de angst of pijn je tegenhoudt om dingen te doen, wens ik je moed toe, moed om met of zonder hulp de angst onder ogen te komen.

Op dit moment ben ik moed aan het verzamelen om ook op reis te gaan en te schrijven, zoals de Winn’s, maar dan op mijn eigen, ongedwongen, manier.

Vrij of niet?

Ons rechtssysteem is gebaseerd op ons geloof in de vrije wil. Je klaagt geen rat aan omdat hij ervoor zorgt dat de pest zich verspreid. Een tornado of een tsunami roep je niet ter verantwoording. Een mens onderscheidt zichzelf van natuur en dier door middel van de vrije wil.

Maar hoe kunnen we weten of de mens een vrije wil heeft?

Hoe is het met de dader gesteld?

Sam Harris, neurowetenschapper schreef hier een artikel over in het blad Filosofie. Hij draagt een aantal voorbeelden aan, waarvan er twee op elkaar lijken. In beide voorbeelden pleegt een man een moord, maar in het eerste voorbeeld heeft de dader een hersentumor en kan niet meer verantwoordelijk worden gesteld voor zijn gedrag. In het andere voorbeeld mankeert de dader niets. De man met de tumor wordt hierdoor vrijgesproken en de andere man wordt schuldig bevonden.
Kunnen we helemaal zeker weten dat de man zonder tumor verantwoordelijk kan worden gesteld?

Er is veel nog niet bekend als het gaat om het brein. Een tumor in het brein kan zorgen voor een gedragsverandering of een impulsieve actie. Maar misschien zijn er nog andere dingen die hier ook voor zorgen.
Daarnaast is de vraag of we mensen verantwoordelijk kunnen maken voor hun genetische samenstelling, of de opvoeding die ze krijgen.
Dus is er echt sprake van een vrije wil? En als je dit concept afwijst, moet je dan iedereen gewoon maar zijn gang laten gaan?

Vrije wil nodig?

Wat weten we wel? We weten bij een moord dat er iemand is gedood. We weten ook dat we niet willen dat dat (nog een keer) gebeurt. Dat op zich is, ook zonder de vrije wil, reden een vrijheidsstraf op te leggen, waarbij de lengte afhankelijk kan zijn van het recidive gevaar.

Straffen op basis van de vrije wil waarbij niemand echt weet of de dader in staat is om verantwoordelijkheid te dragen voor wat hij of zij heeft gedaan, is niet fair.

Je kunt niet weten of de dader ook iets anders had kunnen doen. Het gegeven dat je het ook niet had kunnen doen, wil niet zeggen dat dat ook echt een optie is. Op het moment van moord is de overweging toch niet 50-50. Je staat toch niet rustig voor iemand te bedenken: “Zal ik nu wel of zal ik nu niet?”

In zo’n situatie sta je niet voor een gelijkwaardige rationele keuze, maar word je waarschijnlijk ook gedreven door irrationele driften of gedachtes. Is de keuze dan nog echt vrij? Kun je op dat moment nog kiezen?

Als iemand iets doet dat niet moet worden herhaald, bestraf het gedrag of als het gedrag niet heel schadelijk is, negeer het.
Wat doet de vrije wil in die discussie?