Al die regeltjes

‘Al die regeltjes’, zegt Rob, ‘ik word er niet goed van. Als ik een Chinees vaccin wil, dan moet dat toch kunnen. Het is mijn lichaam.’ 
‘Een Chinees vaccin?’ vraag ik terwijl er een Oeigoerse alarmbel in mijn hoofd afgaat.
‘Ja’, gaat Rob enthousiast verder, ‘dat moet ik toch zelf kunnen bepalen? Waarom bepaalt een overheid, Europees of nationaal, dat voor mij?’
‘Ik kan wel iets bedenken tegen een Chinees vaccin’, zeg ik, en ik begin over de vraag of de informatie over het vaccin wel klopt en in hoeverre Oeigoeren zijn ingezet.
‘Niets is helemaal veilig. Geen enkel vaccin is 100%.’
‘Nee, dat klopt, er zijn altijd bijwerkingen, maar hoe …’
‘Altijd dat gezeur met die regeltjes’, gaat Rob verder, ‘vaccinatie of niet, ik blijf echt wel voldoen aan de regels die nu, met het oog op de volksgezondheid, worden voorgeschreven. Ik snap het nationale belang van die regels, maar waarom mag ik mij niet vaccineren als ik dat wil?’

De mens centraal

Dit is een deel van het skypegesprek dat ik van de week voerde met Rob van Oosten. Over zijn ideeën inzake inspraak in organisaties, schrijf ik een boek dat nu in concept af is. Tijdens het schrijven ervan hadden we vaker discussies. De insteek van Rob is dat je tot een gezonde organisatie komt als je de mens centraal stelt in plaats van de regels en procedures. Daar ben ik het van harte mee eens.
Maar alle regels en procedures even aan de kant zetten, is wel confronterend. Ook als je ervan uit gaat dat dat de enige manier is. Het raakt, om bij mezelf te blijven, aan mijn gevoel van veiligheid. Regels zorgen nu eenmaal ook voor structuur. Aan de andere kant zorgen ze ook voor het afnemen van het vertrouwen in de capaciteiten van mensen.

Samen analyseren

Het afschaffen van regels is dus noodzakelijk. Het werkt gelukkig ook verfrissend, als je je comfortzone eenmaal hebt verlaten en je kijkt naar wat er nu precies speelt. Wat is er aan de hand? Wat gaat er fout zonder die regel? Klopt dit wel? Zijn de mensen die erbij gebaat lijken, ook echt gebaat bij deze regel. Gelijke monniken, gelijke kappen? Hoeveel gelijke monniken zijn er? En wat heb je dan aan al die kappen? 

Het afschaffen van regels maakt, als het goed is, ruimte voor een probleemanalyse. En als deze analyse samen met of alleen door de mensen, die moeten leven met de consequenties van de oplossing, wordt gemaakt, is dat winst. Dan kunnen, indien nodig, nieuwe regels ontstaan, zonder dat de mens ondergeschikt wordt aan deze regels. De regel is immers aan te passen.

Waar hebben we het over?

Het gesprek dat ik voerde met Rob over wel of geen vaccin uit China, kon ik niet los zien van het land en de mensenrechten. Feitelijk hadden mijn bezwaren niets te maken met zijn recht of zijn wens, maar met het wel of niet investeren in een regime dat mensenrechten schendt.

De discussie was eigenlijk niet nodig geweest. Of juist wel?

Rob vindt van wel. Zeker in organisaties. Het vertrouwen in en tussen mensen moet worden hersteld. Dat is nodig om echte veranderingen door te voeren, om de eerste te kunnen zijn, om te verbeteren.
Dit doe je door in gesprek te gaan met elkaar.

Reisjournalistiek

Reisjournalistiek is iets wat ik al heel lang wil en nu is het eindelijk zo ver. Ik ben begonnen aan een cursus. Dit betekent dat ik mijn werk (schrijven) mag combineren met een andere hobby (reizen) en er terloops een derde hobby (fotograferen) aan mag toevoegen. Beter kan het niet en als ik daar dan ook nog (deels) mijn brood mee kan verdienen, gaat de vlag helemaal uit. Waarom ik dit niet eerder gedaan heb? Ik had nog een paar dingen te doen voordat ik me hier echt met plezier op kon richten. Wat dat betreft kan de vlag nu al uit!

Clichés 

In de eerste les kwam er van alles langs. Clichés en waarom je die juist wel of niet moet gebruiken. Het welbekende minder is eigenlijk meer: goed schrijven betekent schrappen, veel schrappen. Vervolgens kwamen de bijvoeglijke naamwoorden aan bod. Er zijn veel redenen om ze te schrappen, maar ook een paar redenen om ze juist wel te gebruiken. Datzelfde gold voor bijwoorden.
Kortom, spelen met taal. En dat vind ik leuk. De eerste les eindigde met een reisquiz: hoeveel weet jij van de wereld? Genoeg om te weten dat er nog veel is dat ik niet weet. Gelukkig.

Opdracht

Mijn eerste opdracht is een reisverhaal schrijven. Natuurlijk. Ik kies voor de blogvorm en bind me aan een maximum van 400 woorden, waarbij ik er 10 mag afwijken. Voor dit reisverhaal blijf ik dicht bij huis, in Leiden. Na het schrijven, begint het puzzelen met alle schrijftips uit de eerste les. Leuk, maar het deed me wel denken aan mijn scriptie voor psychologie. Wanneer is het goed genoeg? Ik kan door blijven gaan tot ik een ons weeg. Zijn het dan toch die schoolbanken die alles net even anders maken! Dat mijn werk echt na wordt gekeken. Ik weet het niet. Het voelt een beetje gek.

Foto

Er hoefde geen foto bijgeleverd te worden. Jammer, want nu wist ik wel precies wat voor foto het moest worden. Een foto van het Kiekmonument. Dit is een monument ter ere van Israel Kiek (1811-1899), een fotograaf die in Leiden woonde en werkte. Kiek werd vaak door dronken studenten uit bed getrommeld met de vraag een foto van hen te maken. Gezien de absurde omstandigheden hadden deze foto’s nooit de gewenste professionele kwaliteit. Kiek zelf gruwde dan ook van de foto’s. De studenten waren dol op de momentopnames en noemden de foto’s al snel naar de maker: kiekjes. Hierdoor werd Kiek ook buiten Leiden bekend.

Spookschrijven

If only

Spookschrijven. Het is ghostwriting in het Nederlands, maar dan leuker. Qua klank. Inhoudelijk is er geen verschil. Een spookschrijver is een ghostwriter. Iemand die een boek schrijft of blogt voor een ander en hierbij zelf anoniem blijft. De naam van de opdrachtgever staat op de cover van het boek of onder de blog.
En daarmee is het verhaal over spookschrijven eigenlijk verteld. 

Op avontuur

Een paar jaar geleden interviewde ik twee spookschrijvers. Het fenomeen ‘spookschrijven’ was mij totaal onbekend, maar beide schrijvers waren erg enthousiast over wat ze deden. Dat enthousiasme bleek aanstekelijk. Het interview kun je hier vinden.

Toen ik de vraag kreeg als spookschrijver te fungeren, was ik meteen geïnteresseerd. Het onderwerp bleek ook nog eens interessant en haakte aan bij mijn werk als P&O-er.  
Op de vraag of ‘ik samen met hem het avontuur aan wil gaan’, heb ik dan ook ja gezegd. ‘Avontuur’ grijpt terug op de omvang van het project en op het enthousiasme van de opdrachtgever.
We zijn nu een aantal maanden verder en het is erg leuk om te doen: ik mag me verdiepen in een onderwerp dat ik interessant vind en erover schrijven. Wat wil ik nog meer!

Een digitaal cadeautje

Als schrijven je ding niet is, zoals bij mijn opdrachtgever, biedt de spookschrijver uitkomst. Hij of zij zet de informatie die jij wilt delen om in een leesbare, overzichtelijke en toegankelijke tekst. Over de rechten moet je afspraken maken, maar de meeste spookschrijvers wuiven die weg. 

Het is een leuke manier om een digitaal cadeautje aan huidige en potentiële opdrachtgevers of klanten te kunnen geven: een digitaal boek(je) met informatie over jouw dienstverlening of product.

Iets om over na te denken?

Een boek!

2018 wordt het jaar van mijn boek.

Spannend, een boek schrijven. Iets dat ik mijn hele leven al wil doen, maar waar ik door allerlei excuses en wanen van de dag niet aan toe kwam. Nu ben ik begonnen. Het boek dat ik nu schrijf is fictief. Ik weet zelf nog niet precies waar het over gaat. Ik heb een aantal ideeën in mijn hoofd, die ik nog verder uit wil werken. Ik ben begonnen met een beschrijving van een voorval uit mijn eigen leven. Waar moet ik anders mee beginnen? Het grote voordeel is wel dat ik alles naar eigen inzichten kan aanpassen, dus of wat erover blijft nog iets met het voorval te maken heeft, weet ik nog niet.

Fictie

Ik schreef eerder al wel een non-fictie boek, samen met Karin Smith. Over conflicthantering. Samen schrijven heeft voordelen. Je kunt regelmatig met elkaar sparren. Wat schrijven we wel, wat niet? We hielden elkaar gemotiveerd en bij de les.

Grenzeloosheid

Bij dit boek bedenk ik alles helemaal zelf. Het is grenzeloos. Dat maakt het leuk maar tegelijkertijd ook lastig. Daarom heb ik bedacht dat een blog schrijven over het schrijven me misschien kan helpen. Ik weet niet of het gaat werken, we zullen zien. Waarschijnlijk gaat het zoals alles gaat: soms is het helpend en soms niet. En natuurlijk alle varianten daar weer tussen. Het plan is om Iedere werkdag minimaal twee uur te schrijven en hier twee dagen per week over te bloggen. De ene week op maandag en woensdag en de andere week op dinsdag en donderdag.

Alle suggesties, commentaar, aanmoedigingen zijn welkom.

Ik kijk er naar uit!

Geen fictie!

Zoals voorgenomen heb ik deze maand, tot nu toe, iedere weekdag geblogd. Briljant als ik ben doe ik dat op routine, terwijl het bloggen deze maand een voorbereiding kan zijn op het schrijven van fictie.
Dat is het nu niet, en dat is een beetje jammer.
Dus dat ga ik veranderen.
Vanaf morgen ga ik op dit blog fictief (echt) aan de slag.
Ik voel de spieren in mijn keel zich samenknijpen.
Hoe ik dat ga aanpakken? Sommige schrijvers houden zich aan een aantal woorden. Wie weet, misschien werkt dat voor mij ook wel…
Wat ga ik schrijven? Fictie en soms non-Fictie.
Non-Fictie bij een mooie aanleiding en Fictie verpakt in korte verhalen. Soms met humor, soms absurdistisch, soms ironisch, en ook serieus. We zullen zien.
Non-Fictie kan natuurlijk ook met humor, ironie of serieus. Dit voor de goede orde.
Over de foto’s ga ik nog niet te veel nadenken, deze laat ik nog even hetzelfde. Ik kan me voorstellen dat dat gaandeweg wel verandert.
De titels moeten jullie me vergeven. Ik denk niet dat ik daar ooit goed in word, dus als jullie er tijdens het lezen van het verhaal een bedenken, schroom niet.

Spannend!

Inspiratie is onvoorspelbaar. Het komt en het gaat, en dat laatste vaak niet op de meest handige momenten.
Ik vind het eng dat ik morgen anders ga bloggen, maar leuk eng, spannend dus eigenlijk. Ik verheug me er ook op.
Ik ben heel benieuwd wat de toekomst in mijn fantasie gaat brengen.

Tot morgen!