Een boek!

2018 wordt het jaar van mijn boek.

Spannend, een boek schrijven. Iets dat ik mijn hele leven al wil doen, maar waar ik door allerlei excuses en wanen van de dag niet aan toe kwam. Nu ben ik begonnen. Het boek dat ik nu schrijf is fictief. Ik weet zelf nog niet precies waar het over gaat. Ik heb een aantal ideeën in mijn hoofd, die ik nog verder uit wil werken. Ik ben begonnen met een beschrijving van een voorval uit mijn eigen leven. Waar moet ik anders mee beginnen? Het grote voordeel is wel dat ik alles naar eigen inzichten kan aanpassen, dus of wat erover blijft nog iets met het voorval te maken heeft, weet ik nog niet.

Fictie

Ik schreef eerder al wel een non-fictie boek, samen met Karin Smith. Over conflicthantering. Samen schrijven heeft voordelen. Je kunt regelmatig met elkaar sparren. Wat schrijven we wel, wat niet? We hielden elkaar gemotiveerd en bij de les.

Grenzeloosheid

Bij dit boek bedenk ik alles helemaal zelf. Het is grenzeloos. Dat maakt het leuk maar tegelijkertijd ook lastig. Daarom heb ik bedacht dat een blog schrijven over het schrijven me misschien kan helpen. Ik weet niet of het gaat werken, we zullen zien. Waarschijnlijk gaat het zoals alles gaat: soms is het helpend en soms niet. En natuurlijk alle varianten daar weer tussen. Het plan is om Iedere werkdag minimaal twee uur te schrijven en hier twee dagen per week over te bloggen. De ene week op maandag en woensdag en de andere week op dinsdag en donderdag.

Alle suggesties, commentaar, aanmoedigingen zijn welkom.

Ik kijk er naar uit!

If only

Een kort verhaal (vijf blogs samengevoegd tot één)

‘Ik wilde dat alles eens ging zoals ik wil’, mompelt Lily boos terwijl ze de telefoon pakt en deze in haar jaszak liet verdwijnen. Ze pakt haar laatste boodschappen uit het schap en rekent af. Hierna loopt ze, nog steeds geïrriteerd, naar de klantenbalie. Ze forceert een glimlach op haar gezicht en grijpt naar de telefoon in haar jaszak. De telefoon is warm, net alsof hij net nog is gebruikt. Lily fronst haar wenkbrauwen, denkt even na, maar geeft de telefoon aan de medewerker. ‘Ik vond hem tussen de shampoos zonder dat er iemand in de buurt was’. ‘Dank u wel, wij kijken of we de eigenaar kunnen traceren’. “Oké, succes’, antwoordt Lily en ze loopt de winkel weer uit.

Buitengekomen doet ze haar boodschappen in haar fietstas en fietst naar huis. Hard, steeds harder, zoals altijd als ze zich boos voelt. Ze let op de weg en verder op niets. Thuis aangekomen zet ze haar fiets in de schuur, haalt de boodschappen uit de tassen en loopt het huis binnen. Niemand thuis. Lily zucht. ‘Ook altijd hetzelfde’, mompelt ze. Ze loopt naar de koelkast en ruimt de boodschappen in. Niet veel later hoort ze de achterdeur opengaan en hoort ze haar man enthousiast zeggen ‘Hai lieffie, verrassing! Ik had ineens zo’n zin om bij je te zijn.’  Ze voelt zijn armen om zich heen en zijn lippen in haar nek. Lily draait zich om en kust hem terug.

Enige tijd later zitten ze, verliefd en voldaan, samen te lunchen. Na de lunch gaat Mike naar boven en blijft Lily achter aan de keukentafel. Ze pakt haar telefoon en scrolt door haar berichtjes. Niets belangrijks. Ze staat op en zet de waterketel aan.

Met een kop thee thee in haar hand, loopt ze naar boven, naar haar eigen kamer. Ze moet nog talloze proefwerken nakijken. Ze zucht en wenste dat ze gisteren iets actiever was geweest, dan was het nu klaar geweest. Ze doet de deur dicht loopt naar haar bureau, pakt de envelop met proefwerken en ziet rode aantekeningen…

If Only (2 van 5)

Rode aantekeningen? Lily haalt de proefwerken helemaal uit de envelop en constateert dat de proefwerken zijn nagekeken. Ze begrijpt er niets van. Ze heeft geen idee. Ze had er gisteren toch maar twee ‘een beetje’ nagekeken? Ze waren zo mager gemaakt, dat ze het niet kon opbrengen om verder te gaan, maar waar kwamen die rode aantekeningen en die cijfers dan vandaan?
Ze roept tegen beter weten in: ‘Mike, heb jij mijn proefwerken gisteren na gekeken?’ ‘Wat zeg je?’, vraagt Mike verbaasd ‘of ik jouw proefwerken heb nagekeken? Wat denk je zelf?’ ‘Van niet’, antwoordt Lily.

Lily gaat weer zitten en loopt de proefwerken globaal langs. Alles lijkt nagekeken. Ze herinnert zich er niets van. Hoe is dit mogelijk? Ze neemt een slok van haar thee en loopt alle proefwerken nog eens door. Alles klopt. Het is niet alleen allemaal nagekeken, het is ook nog eens goed gedaan. En zij kan zich er niets van herinneren. Ze leunt achterover in haar stoel en vraag zich af wat er aan de hand is. Ze begrijpt er niets van.

Nog steeds een beetje aangeslagen, staat ze op en loopt ze naar Mike, maar die is druk in gesprek.  Ze gaat terug naar haar kamer en pakt de proefwerken weer op en doet deze terug in de envelop. Ze staart uit het raam, en zoekt naar verklaringen. Ze besluit dat de meest waarschijnlijke verklaring is dat een collega de proefwerken al eerder grotendeels nagekeken heeft, behalve dan die twee of drie die bovenop lagen. Waarschijnlijk zat er ooit een geeltje op de envelop. Lily twijfelt nog wel een beetje, maar iets anders kan gewoon niet.

Ze loopt naar beneden, pakt het boek dat ze al een tijdje wil lezen, en nestelt zich op de bank. Ze hoort Mike de trap af komen en niet veel later verschijnt hij in de kamer met zijn jas aan. ‘Ik moet weg. Er is een noodgeval en ik moet ernaartoe. Ik weet niet hoe laat ik terug ben, maar ik hoop dat we vanavond nog even hebben samen.’ Lily knikt teleurgesteld kust hem gedag en kijkt hem na als hij via de achterdeur het huis verlaat.

If only (3 van 5)

Jammer, ze had zich net zo verheugd op hun avond samen. Ze neemt een slok van haar thee en spuugt deze bijna meteen weer uit. ‘Bah, koud’. Ze staat op en loopt naar de keuken voor een verse kop. Even later nestelt ze zich weer op de bank en leest verder.

Vanuit haar ooghoeken ziet Lily haar telefoon oplichten. Als ze de telefoon pakt kan ze nog net ‘Mike’ lezen voordat het scherm op zwart gaat. Ze belt hem terug en krijgt hem meteen te pakken. ‘Ha lief, ja heel vervelend maar het gaat laat worden. Alles wat maar tegen kan zitten, zit ook tegen. Ik ben bang dat ik pas vannacht thuis kom. Echt klote, maar er is niets aan te doen.’ ‘Shit’, zegt Lily en dan blijft het even stil, ‘Nou ja goed, inderdaad niets aan te doen. Werk ze, dan maar en tot ergens vannacht.’ ‘Ja, dikke kus en tot vannacht’, antwoordt Mike.

Lily leunt weer achterover en probeert verder te lezen, maar het boek krijgt haar niet meer te pakken. Ze pakt de afstandsbediening en begint te zappen. Als ze ieder kanaal heeft gehad, zet ze de televisie uit. Niets, ruim 50 kanalen en dan helemaal niets. Ongelooflijk. Ze kijkt om zich heen en pakt haar iPad. Na een paar spelletjes geeft de klok tien over vijf aan.

Ze heeft geen honger maar ook geen zin om straks alleen te eten. Ze belt Marijke om te kijken of die zin heeft, maar wordt direct door geloodst naar haar voicemail. Ze drukt de lijn weg en is in een klap chagrijnig. Ze gromt ‘wat een rotdag, ik wou dat ie over was.’
Ze sluit haar ogen en als ze even later opkijkt, is het donker om haar heen.

Een beetje bevreemd staat ze op en doet het licht aan. De klok boven de televisie geeft iets na twaalven aan. Ze schrikt. ‘Ik ben toch niet in slaap gevallen?’, vraagt ze zich af. ‘Hoe kan het dan nu al zo laat zijn?’

If Only (4 van 5)

Lily belt Mike en krijgt zijn voicemail. Ze vloekt en drukt hem weg. Ze loopt naar de keuken en ziet Sofie, haar buurvrouw, naar haar toelopen. Lily draait het slot van de deur en laat haar binnen. ‘Weet jij wat er aan de hand is?’ vraagt Sofie ‘we zitten televisie te kijken en ineens wordt het donker en zien we de aftiteling van Pauw op het scherm?’ Lily roept ‘Oh, jullie ook. Ik deed even mijn ogen dicht en het was ineens over twaalven’. Sofie knikt, ‘ja, we zaten nog te bespreken wat we gingen eten, en BOEM, bedtijd’.

‘Wat drinken?’, vraag Lily, terwijl ze de fles wijn omhooghoudt die op het aanrecht staat.’ Sofie knikt en laat zich op een stoel zakken. ‘Lekker, Paul is druk bezig met mensen te bellen om uit te vinden wat er aan de hand is, dus hij mist me toch niet. En anders weet hij waar ik zit.’ Lily pakt twee glazen, gaat tegenover haar zitten en schenkt de wijn in. ‘Waar is Mike?’, vraagt Sofie. ‘Hij moest werken, een noodgeval, duurt waarschijnlijk de hele nacht’, zucht Lily. ‘Heel irritant, ik probeerde hem net te bellen, maar kreeg zijn voicemail.’ Sofie kijkt haar meelevend aan.

‘Afgezien van het gedoe met het licht,’ gaat Lily verder, ‘gebeuren er meer rare dingen. Mijn proefwerken, bijvoorbeeld, deze bleken al nagekeken toen ik ze wilde nakijken.’ Sofie fronst haar wenkbrauwen, ‘een collega?’ oppert ze. ‘Ja, dat was ook mijn conclusie, maar waarom zou een collega mijn proefwerken nakijken?’ vraagt Lily, ‘Ik bedoel, we zijn leuk met elkaar hoor, maar we hebben allemaal druk….’ Sofie zet haar glas op tafel en zegt: ‘hmm. maar als het geen collega was en jij hebt het ook niet gedaan, wie was het dan wel?’

Lily haalt haar schouders op en neemt een grote slok. ‘Oh, en vanochtend kwam Mike zo maar thuis omdat hij graag bij mij wilde zijn.’ Lily kijkt Sofie aan “Echt, serieus, nog niet eerder gebeurd, in al die 8 jaren, niet een keer.’ Sofie kijkt haar verbaasd aan en vraagt ‘Echt? Nog nooit? Dat kan ik me bijna niet voorstellen.’ Lily knikt en antwoordt: ‘Het is toch echt zo, hij is dol op zijn werk.’

If Only (5 van 5)

Sofie drinkt haar glas leeg en staat op. ‘We gaan hier niet uitkomen, Lil’, zegt ze, terwijl ze haar stoel weer onder de tafel schuift. ‘Nee, ik ben ook bang van niet’, antwoordt Lily. Sofie loopt naar de deur en doet deze open. ‘Dank voor de wijn en het praatje’, ze zwaait als ze de deur uitloopt. Lily zwaait terug, doet de deur op slot en zet de glazen in de vaatwasser.

Ze kijkt op haar telefoon en ziet dat Mike heeft gebeld. Ze belt hem terug en krijgt hem meteen te pakken. ‘Hoe is het? Was het bij jou ook ineens donker?’, vraagt Mike. ‘Ja’, antwoordt Lily, ‘dit betekent vertraging voor jou, he?’ Ze vreest voor het antwoord. Mike blijft even stil en zegt: ‘ik blijf hier slapen, dat werkt het snelst. Ik vind het ook niet leuk, maar het is even niet anders. Ik hoop ergens aan het begin van morgenmiddag weer thuis te zijn’. Lily was er al bang voor geweest. ‘Oke’, zucht ze, ‘Ik zou willen dat je op twee plaatsen tegelijkertijd kon zijn…’ Mike lacht. ‘Slaap lekker, lief en tot morgen’. ‘Ja, werk ze’, antwoordt Lily.

Ze blijft bezig met de afgelopen dag. Haar hoofd gaat als een razende te keer. Het idee dat iedere keer als zij iets hartgrondig wenst, die wens ook daadwerkelijk uitkomt, wordt steeds sterker. Dat kan toch bijna niet. Maar drie voorbeelden lijken het onvoorstelbare te bevestigen. Mike, proefwerken, de dag die zomaar voorbij is… Het kan bijna niet anders. Maar sinds wanneer is dit zo? Het lijkt langer geleden, maar sinds vanochtend komen haar wensen uit. ‘Die telefoon’, zegt Lily hardop, ‘die telefoon die nog warm was, terwijl die uitstond’. Ze had dat raar gevonden, maar ze had er geen aandacht aan geschonken. Dat had ze misschien wel moeten doen. Ze denkt terug. Verschrikt slaat ze haar hand voor haar mond. Ze had nog een laatste wens geuit…

Op dat moment hoort ze een auto aankomen.

Geen fictie!

Zoals voorgenomen heb ik deze maand, tot nu toe, iedere weekdag geblogd. Briljant als ik ben doe ik dat op routine, terwijl het bloggen deze maand een voorbereiding kan zijn op het schrijven van fictie.
Dat is het nu niet, en dat is een beetje jammer.
Dus dat ga ik veranderen.
Vanaf morgen ga ik op dit blog fictief (echt) aan de slag.
Ik voel de spieren in mijn keel zich samenknijpen.
Hoe ik dat ga aanpakken? Sommige schrijvers houden zich aan een aantal woorden. Wie weet, misschien werkt dat voor mij ook wel…
Wat ga ik schrijven? Fictie en soms non-Fictie.
Non-Fictie bij een mooie aanleiding en Fictie verpakt in korte verhalen. Soms met humor, soms absurdistisch, soms ironisch, en ook serieus. We zullen zien.
Non-Fictie kan natuurlijk ook met humor, ironie of serieus. Dit voor de goede orde.
Over de foto’s ga ik nog niet te veel nadenken, deze laat ik nog even hetzelfde. Ik kan me voorstellen dat dat gaandeweg wel verandert.
De titels moeten jullie me vergeven. Ik denk niet dat ik daar ooit goed in word, dus als jullie er tijdens het lezen van het verhaal een bedenken, schroom niet.

Spannend!

Inspiratie is onvoorspelbaar. Het komt en het gaat, en dat laatste vaak niet op de meest handige momenten.
Ik vind het eng dat ik morgen anders ga bloggen, maar leuk eng, spannend dus eigenlijk. Ik verheug me er ook op.
Ik ben heel benieuwd wat de toekomst in mijn fantasie gaat brengen.

Tot morgen!

Afspraak is afspraak…

Iedere dag bloggen, dat is wat ik deze maand wil doen. Iedere dag, behalve in het weekeinde. Dus bloggen staat bovenaan mijn lijstje, al het andere is ondergeschikt.
Probleem hierbij is wel dat als ik geen inspiratie heb, zoals vandaag, ik vastloop.
En als ik vastloop komen er oordelen in mijn hoofde op over wat ik beter had kunnen doen.
Maar wie zal het zeggen?

Calvinistische inslag

In mijn hoofd is altijd alles mogelijk en als het dan een keer niet lijkt te lukken, dan komt dat omdat ik iets anders had moeten of kunnen doen.
Een voornemen of een afspraak wil (eigenlijk: moet) ik nakomen, en lukt dat niet, wil (eigenlijk: moet) ik daar een goede reden voor hebben.
Blijkbaar vind ik dat ik er altijd voor kan zorgen dat ik afspraken na kan komen.

Een Calvinistische inslag en een behoefte aan controle zijn mij niet vreemd.

Een beetje inconsistent

Wat overigens best raar is voor iemand die niet gelooft in de vrije wil. Het niet geloven in de vrije wil, helpt me niet om te ontspannen, omdat ik daar gewoonweg niet aan denk. De kracht van de gewoonte is veel groter.

De gedachte dat ik vandaag ook geen blog kan schrijven, schiet wel door mijn hoofd, maar hij gedijt niet. Een lichte angst komt kijken. Het is het begin van de maand, als ik daaraan toegeef, gaat het dan nog lukken om de resterende dagen wel te bloggen, of ben ik dan een grens over en gaan er meer gaten vallen?

Is vertrouwen het sleutelwoord?

Vertrouwen is het woord dat in me opkomt. Zou een gebrek aan vertrouwen dat het goed komt nadat ik een dag niet heb geblogd, maken dat ik nu toch over dit proces aan het schrijven ben? Of is het andersom? Is het juist een teken van vertrouwen dat er toch wel iets komt, dat ervoor zorgt dat ik ga zitten schrijven zodat mijn blog er toch komt?

Toen ik aan het schrijven was, dacht ik het eerste: ‘niet opgeven, want dan komt het niet meer goed’. Nu de blog af is denk ik het tweede ‘het komt goed’.

Het is zoals het is…