Zelf uitvliegen of niet?

Een goed gesprek

Ik dacht even dat ik er uit was. Het wordt een uitgever. Tot ik mij realiseerde dat mijn keuze voor een uitgever voornamelijk werd ingegeven door mijn eigen onzekerheid. Dit heeft alles te maken met ‘mijn eerste keer’ en daarom niet onlogisch. Een ‘vakman’ in het vooruitzicht die mij vertelt, wat ik nog kan verbeteren en wat ik al goed doe, is best prettig. Aan de andere kant: ze hebben niet altijd gelijk. Dus ik stel de keuze nog even uit en verdiep ik me eerst verder in het uitgeversvak.

Gratis boek

Daarop ben ik gaan zoeken op het internet. Waar anders? Er zijn legio websites met schrijf- en uitgeefadvies. Ik ben verder gaan kijken op Pumbo.nl is. De site is zeer uitgebreid en je kunt er een gratis e-book over uitgeven downloaden: Boek uitgeven, de complete gids. In deze gids staat informatie over alles wat belangrijk is bij het uitgeven van een boek:

  1. Doelgroepbepaling: Je kunt nu eenmaal niet voor iedereen een boek schrijven. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe je een doelgroep bepaalt.
  2. Redactie en vormgeving: Taalfouten en een lelijke cover werken slechte recensies in de hand. Dat wil je niet.
  3. Eigen website: de voor- en nadelen van een eigen website en waarom je zonder website geen boek meer kunt verkopen.
  4. Doelgroep bereiken: Hoe zorg je ervoor dat je boek wordt opgemerkt?
  5. Druk en distributie: printing on demand of offset? Of starten met e-book?
  6. Sociale Media: Niet alleen vertellen dat je een boek verkoopt, maar hoe versterk je de band met je volgers?
  7. Pers benaderen: Hoe benader ik de pers? Waarom een persbericht?
  8. Boekhandels voor je winnen: het maken van een folder waarin je info geeft over je boek.
  9. Bibliotheken verleiden: als je boek in de bibliotheek ligt, bereik je een groot aantal lezers.
  10. Boekpresentatie organiseren: wat komt er allemaal kijken bij een boekpresentatie?
  11. Bonushoofdstuk: Een hulpmiddel bij het plannen van alle punten.

Wel/geen uitgever?

Wil je een zo groot mogelijke kans maken bij een uitgever, vereist dit voorbereiding. Van bovenstaande hoofdstukken, moet je de volgende eigenlijk gewoon zelf doen:
Hoofdstuk 1: het bepalen van de doelgroep.
Hoofdstuk 2, redactie en vormgeving. Dit is een dienst die je tegen een vergoeding kunt afnemen. Let wel: dit betekent niet dat het boek ook uitgegeven wordt.
Hoofdstuk 3, het hebben van een website plus een fors aantal volgers telt mee in de afweging van veel uitgevers.
Hoofdstuk 5. Een groeiend aantal uitgevers laat jou meedelen in de kosten van het offset drukken.
Hoofdstuk 6. Kun je sociale media effectief inzetten of niet. Dit levert pluspunten op.

En als ik dan toch veel zelf moet doen, waarom dan ook niet helemaal zelf uitgeven?

Nieuw jaar, nieuw boek

Zondagavond 6 januari heb ik de laatste hand aan mijn boek gelegd. Ik heb het al (een paar keer) eerder gedacht en geschreven, maar voor mij is het nu echt goed genoeg. Het kan naar de uitgever. Volgende week schrijf ik de synopsis die nodig is voor het contact met de uitgever.

Toch een uitgever?

Ja, ik probeer een paar grote en een paar kleintjes. Ik wil weten of mijn werk goed genoeg is. Zo niet, kan ik het altijd nog zelf uitgeven. Dit betekent helaas wel dat mijn boek niet meteen beschikbaar komt: uitgaande van de drie tot vier maanden die uitgevers nodig hebben om te kijken of willen publiceren of niet. En zo ja, komt er nog het contact met de redacteur over het boek zelf. Geen idee hoe dat gaat lopen en hoe lang dat gaat duren. Ik ben benieuwd!

Toen ik nog dacht dat ik helemaal klaar was

Op 5 juni 2018 was ik voor het eerst klaar met mijn boek. Die euforie was van korte duur. In de dagen erna kwamen spontaan passages boven die ik echt nog moest veranderen, dus ging ik weer aan het werk. Soms met frisse tegenzin, maar als ik dan eenmaal bezig was en een ‘probleem’ oploste, werd ik daar heel vrolijk van. Om die reden heb ik het aanpassen van mijn boek nooit echt een probleem gevonden. Ik heb nooit de handdoek in de ring willen gooien. Wel een goed teken, denk ik, nu achteraf blijkt dat ik langer bezig was met het aanpassen van mijn boek, dan het schrijven van de eerste versie. Zeker als dat iedere keer zo gaat…

Ik begin nu dan ook gewoon aan mijn volgende boek…

Uitgeven. Hoe?

‘Heb je al een uitgever of ga je het zelf uitgeven?’

Deze vraag klinkt steeds luider nu het einde van het schrijven begint te naderen. Ik weet het niet. Voor allebei de opties valt iets te zeggen. Zelf uitgeven geeft vrijheid. Laten uitgeven zorgt voor een breder publiek. Het heeft allebei zijn voor- en nadelen.

Wat vraagt een uitgever?

Een uitgever wil dat je een synopsis en een korte beschrijving van de belangrijkste karakters maakt. Deze stuur je samen met het manuscript op. Sommige uitgevers accepteren e-mail. Anderen willen een papieren versie. Daarna is het wachten. Gemiddeld drie tot vier maanden. En over de beoordeling, wordt door de meeste uitgevers niet gecorrespondeerd. Een afwijzing kan dus van alles betekenen. Wat ik mensen wel eens hoor vragen is: ‘weet je zeker dat ze het gelezen hebben?’ Geen idee. Ik ben wel geneigd om te geloven dat ze gelezen hebben, maar of dat het hele boek is of alleen de synopsis en het eerste hoofdstuk. Dat weet ik ook niet.

Kortom: als mijn manuscript wordt afgewezen, weet ik niet waarom. Dat vind ik lastig.

Sommige uitgevers verwijzen voor het antwoord op de ‘waarom’-vraag naar professionele beoordelaars. Hiervan zijn er velen te vinden op het internet. Tegen betaling voorzien zij het manuscript van commentaar. Ook uitgevers voorzien in deze dienstverlening. Om niet het risico te lopen twee keer die drie tot vier maanden te moeten wachten, is het misschien handig dit eerst te doen.

En zelf uitgeven?

Dit kan bijvoorbeeld via pumbo of schrijverspunt. Op beide sites staat heel uitgebreid beschreven hoe ze te werk gaan. Het grootste nadeel van zelf uitgeven vind ik dat je zelf de promotie moet doen. Dit kost tijd en energie. Als je het niet doet, loop je het risico dat het boek niet verder komt dan de mensen in je directe omgeving. Alleen de aanmelding bij het Centraal Boekhuis is niet genoeg. Alle aangesloten boekhandels moeten de titel van je boek kennen, anders is de kans klein dat het gekocht wordt.

Schrijverspunt doet niet alleen aan zelf uitgeven, maar fungeert ook als uitgever. De tijd die ze nodig hebben om een manuscript te beoordelen is wel een stuk korter: vier tot zes weken.

Al wachtende op reacties denk ik nog even verder…

Donkere dagen

Je hebt van die dagen. Van die dagen waarop niets loopt zoals je zou willen. Gisteren had ik zo’n dag. Het was donker buiten, het regende, ik voelde me opgesloten want als het regent, kun je natuurlijk niet naar buiten… Ik maakte mezelf gretig wijs dat als ik naar buiten had gekund, mijn humeur dan als vanzelf zou opkalefateren. Onzin natuurlijk. Maar het werkte wel. Binnen no time was ik nog chagrijniger.

Analyseren, analyseren

En dan ga ik op zoek naar verklaringen. Waarom voel ik me zo? Afgezien van de regen kon ik nog een paar redenen bedenken. Slecht slapen. De Nieuwsuur uitzending over UWV-fraude, ING-schikking en het boek ‘mijn strijd’. Nog geen reactie van mijn meelezers. Vergeten mijn computer op te laden. Of gewoon alles bij elkaar.

Ergens weet ik wel dat, welke reden ik ook bedenk, ik geen enkele ooit met zekerheid kan aanwijzen als oorzaak, maar het idee van controle is onweerstaanbaar. Het idee dat ik kan voorkomen dat ik me nog een keer zo voel, is aangenaam en geeft moed.
Helaas: het is zoals het is. Soms kan ik iets linken aan een bepaalde situatie, en soms niet. Maar of die interpretatie klopt, blijft de vraag.

Strategie

Als ik me zo voel, kan ik me niet goed concentreren. Ik moet twee keer lezen voordat ik weet wat er staat. En dingen waarover ik moet nadenken, kan ik beter laten liggen tot de volgende dag. Zo gezegd, zo gedaan.

Lichter

Vandaag is het buiten lichter en voel ik mij ook beter. Het zou zo maar met elkaar te maken kunnen hebben. Een gebrek aan licht kan aanleiding zijn voor depressieve gevoelens, maar of die invloed meteen de eerste ochtend al zo groot is, blijft voor mij toch een vraag…

Mijn eigen writer’s block

Tijdens het schrijven van mijn boek dacht ik altijd dat ik geen last had van een writer’s block. Ik bedacht altijd wel iets waardoor ik verder kon. Dat was prettig. Schrijven was iets dat me makkelijk afging. Zeker na mijn carrière shift, was dat een welkome constatering.

Inmiddels denk ik dat er, behalve het bekende lege scherm, meerdere vormen van writer’s block bestaan. Mijn block bestaat uit minder kritisch worden zodat veel wendingen acceptabel worden. Ja, en dan kan ik doorschrijven….

Met als gevolg dat ik later moet schrappen en herschrijven.

Schrappen

De meest rigoureuze verandering was het verwijderen van een compleet deel. De opdeling van mijn boek in drie delen kon ik niet goed onderbouwen. Ik kon niet helder krijgen wat de toegevoegde waarde was. Dus het moest er uit. Een deel van ongeveer honderd pagina’s. Dat was slikken.

Puzzel

Na het schrappen komen andere vragen bovendrijven. Welke scenes moet ik terug laten komen? Op welke manier? Welke personages moet ik toevoegen? Welke moet ik er juist uitlaten? Wat voor wendingen zijn adequaat? Kortom, een puzzel om op te lossen. En daar hou ik dan weer van, gelukkig!

Deze vorm van writer’s block past ook wel bij mij. Het steeds kunnen doorschrijven heeft een motiverende werking waardoor ik blijf schrijven. Als ik een week lang naar een wit scherm had moeten staren, weet ik niet of ik het ooit af had geschreven.

Een synopsis had al het werk misschien kunnen voorkomen, maar ik geloof dat ik behalve mijn eigen writer’s block ook mijn eigen manier van schrijven heb.

Laatste versie?!

Is het eindelijk zover? Is mijn boek af?

Opzienbarende feedback

Voor de laatste keer ligt mijn boek bij mee-lezers. Dat is nog steeds spannend. Geduldig afwachten blijft lastig. Ik wil niemand overhaasten want ik wil feedback waar ik iets aan heb. Tussendoor doe ik natuurlijk andere dingen, zoals dit blog weer opstarten, maar spannend blijft het. Wat vinden ze ervan? Is het goed genoeg of komt er toch feedback waardoor ik weer een tijdje aan mijn computer gekluisterd zal zijn?

Terugkijken

Toen ik in juni enthousiast schreef dat mijn boek af was, bleek er nog een hoop te doen. Van het verder uitdiepen van de personages tot de toevalligheden uit het plot halen. Een toevalligheid heb ik erin laten zitten. Volgens een van mijn mee-lezers volstrekt onmogelijk: iemand toevallig tegenkomen in een stad. Statistisch heeft hij misschien gelijk. Een vriendin (wiskunde-docent) van mij zal dit zeker beamen. Maar geloof het of niet. Het is me twee keer overkomen. Hoe? Ik weet het niet. Dat heb ik nooit gevraagd. Toen het gebeurde, heb ik me geen moment afgevraagd of dit statistisch wel mogelijk was…

Ik hoop..

Ik weet niet waar ik op hoop. Ik merk dat ik geniet van het verbeteren van mijn eigen boek. De eerste keer dat er meegelezen werd, ben ik zelf ook direct aan het verbeteren geslagen. De tweede keer had ik toch ook nog een paar punten. Afstand nemen geeft ook ruimte voor mijn eigen kritische blik… En dat is wat er gebeurd als je je boek uit handen geeft.
En nu? Nu ben ik aan het wachten. En de puntjes die ik bedenk zijn klein…

Zou het nu dan echt zover zijn?

Lezen, moeilijker dan ik dacht

En nu zit ik weer achter mijn computer om te lezen wat ik de afgelopen maanden heb geschreven. De hele dag heb ik ervoor uitgetrokken. Vol goede moed klik ik het eerste hoofdstuk aan. Alleen als de tekst op mijn scherm verschijnt, begin ik niet ijverig te lezen. Het lukt me gewoon niet.
Ik dacht van te voren dat het makkelijker zou zijn: geen lege schermen meer, niets meer verzinnen, gewoon lezen. Het blijkt niet makkelijker. Ik kan mezelf er niet toe zetten. Allerlei gedachten komen in mijn hoofd op: wat als het tegenvalt? Wat als niemand het mooi vindt? Wat als ik het niet mooi vind? Kortom: ik durf niet.

Ik probeer me zelf gerust te stellen: alles wat er staat kan ik nog aanpassen. Ik kan scènes toevoegen, ik kan scènes weghalen. Ik kan nog alle kanten op. Het helpt een beetje, maar niet genoeg.
Ik laat het even en ga praktisch aan de slag: het boek bestaat uit drie delen van elk tien hoofdstukken. Ik maak van dertig losse documenten drie grote documenten. Dat lukt zonder de tekst te lezen. Op zich een aardige prestatie. De angst voor de tekst is steeds aanwezig. Ik geef het op, sluit de computer af en ga naar de film.

The bookshop

“The bookshop” lijkt een toepasselijke keuze voor dit moment. Een film over Florence, een vrouw die haar droom uit laat komen door een boekwinkel te openen. Het verhaal speelt zich af in een klein dorpje waar de plaatselijke “lady” de touwtjes strak in handen houdt. Zij heeft bepaald dat het pand voor de boekwinkel, een andere bestemming moet krijgen en is niet gewend aan tegenwerking. De “lady” zorgt er dan ook voor dat ze haar zin krijgt. Dat is wat ze doet. Zo werkt haar wereld. De droom van Florence gaat aan flarden.
Een inspirerende film over moed, kracht en liefde.

Precies wat ik nodig heb…

Peinzen, zuchten en staren…

Vol goede moed ga ik achter mijn computer zitten. Ik heb zin om te beginnen. Als ik eenmaal zit, gaat alles anders dan ik verwacht. Tot mijn verbazing vind ik het lastig om te beginnen. Ik weet niet zo goed waar, met wie en hoe. Ik ben ook niet meer zo zeker van de lijn van het verhaal dat in mijn hoofd zit.
Hoe langer het duurt, hoe meer twijfels er boven komen. Van die helpende twijfels die me nog verder de put in duwen. Ik probeer mezelf te dwingen niet meer aan die twijfels te denken. Het roze olifanten-sprookje… Ik zucht en overweeg even om te stoppen. Heel even.

Maar hoe dan wel?

Ik doe wat ik eerder ook deed. Ik schrijf gewoon op wat er in me opkomt en zie wel wat er gebeurt. Dat werkt. Ik schrijf door en ik heb het gevoel begonnen te zijn met deel twee. Tevreden sluit ik de computer af.
Als ik op maandag het stukje weer teruglees, heb ik geen idee hoe ik hiermee verder moet en hoe dit stukje deel van het grotere verhaal moet worden. Ik denk na maar kan niet bedenken hoe dit ooit gaat kloppen. Ik besluit het stukje van vrijdag op te slaan onder een andere naam en vandaag weer opnieuw te beginnen.

Gelukkig, het lukt toch!

Als ik even later weer voor een leeg scherm zit, voelt dat goed. Dat lege scherm werkt wonder boven worden bevrijdend. Ik kan weer alle kanten op. Ik denk nog wel even maar dan begin ik te schrijven. Ik wijzig de eerste paar zinnen nog een nog een keer of vijf, en dan staat er eindelijk iets waar ik wel tevreden over ben. Ik schrijf nog een half uur en als ik stop ben ik blij. De tekst is goed in lijn met het eerste deel en ik kan er morgen weer mee verder. Dat is evident anders dan de tevredenheid van vrijdag. Gelukkig!

Leuk? Laat het weten. Reageren? Ik ben benieuwd.

Mijn eerste deel is in concept af! Trots!

Ik heb vanochtend deel een van mijn boek afgerond. Het eerste deel bestaat uit tien hoofdstukken. Bij elkaar ruim vijftigduizend woorden. Had het geheel eigenlijk in februari willen afronden, maar februari bleek net iets te kort. Helaas, maar je kunt ook wel overal over zeiken.

Trots!

ben ik want zo ver ben ik nog niet eerder gekomen met een boek. Ik blijf er ook plezier in hebben. Het is leuk. In plaats van minder schrijven, ga ik steeds meer schrijven. Ik zit al vier dagen op vijfentwintighonderd woorden, terwijl ik startte met zevenhonderdvijftig.

Een weifelende start

De start ging gepaard met twijfels. Het in een keer goed willen doen. Nu schrijf ik makkelijker. Tijdens het lezen, op een moment dat een groot deel af is, zie ik wel hoeveel van de tekst ik overhoud. Ik ga nu gewoon verder met deel twee. Daarna komt er waarschijnlijk nog een derde deel en dat is dan meteen de uitsmijter. Of niet. Alles kan ook weer veranderen.

Wat doe ik nu anders?

Wat mij tot nu toe helpt bij het schrijven is dat ik iedere dag op vaste tijden schrijf. Daar komt niemand tussen. Die bekende en onvermijdelijke uitzonderingsgevallen daar gelaten. Ik doe dan de dag er voor een dubbele sessie. Als dat niet lukt de dag erna.

Ik voorkom dat ik word afgeleid door sociale media, email of telefoon. Die gaan uit of ik zet ze op stil. Ik ben een paar uur alleen met word bezig. Zelfs als ik niet helemaal zeker weet of het wel klopt wat ik schrijf, zoek ik tijdens mijn schrijftijd niets op. Ik gebruik de voetnoot om aan te geven wat ik precies moet opzoeken. Zo lang het geen ingrijpende dingen zijn, laat ik ze voor wat ze zijn.

Opnieuw beginnen

Vanaf morgen ga ik weer opnieuw beginnen. Een nieuw deel met nieuwe personages, nieuwe belevenissen en een nieuwe omgeving. Ik kan weer alle kanten op. Ik ben erg benieuwd wat er gaat komen, al moet ik bekennen dat ik niet meer helemaal blanco ben. Wat ook wel een rustig gevoel geeft, want dat witte scherm kan intimideren!

Over doelstellingen en thee met honing

Naar aanleiding van mijn laatste blog vroeg iemand wat mijn doelstelling is. Waarom schrijf ik blogs over mijn eigen schrijfproces? Wat wil ik mensen bieden? En dan natuurlijk ook: wat hebben lezers hieraan?

Die vraag vind ik moeilijk te beantwoorden. Ik zie wel een parallel als ik kijk naar het schrijven van mijn boek. Daar doe ik hetzelfde. Ik begin ergens en dan zie ik wel waar ik uit kom. Zo is het iedere keer weer een verassing wat het die dag gaat worden. Alles lijkt dan mogelijk. Veel vrijheid.

Mijn manier van werken

Met die insteek blog ik ook. Ik zie wel hoe ver ik kom en ik schrijf zolang ik denk iets te melden te hebben. Dat is subjectief en het heeft ook wel iets eenzijdigs. Al hebben reacties wel invloed. Ze zetten me aan het denken en ik wil daar dan ook wel serieus op reageren. Vandaar ook nu dit blog over doelstellingen. Of het gebrek daaraan.

Zoals veel anderen werd ik geveld door de griep en heb ik mijn blog even laten liggen. De eerste twee dagen had ik koorts. Daarna een heleboel gesnotter, gecombineerd met niesen en hoesten. En alsof dat niet genoeg was, raakte ik ook mijn stem kwijt. Op zich als schrijver en redacteur geen probleem, natuurlijk. Maar wel, knap irritant.
Verstandig als ik ben, ga ik dan maar aan de thee met honing om mijn keel een beetje te smeren.
En dan komt het moment dat zo’n middel erger wordt dan de kwaal. Dat is meestal ook het punt waarop ik me weer beter ga voelen.

Dat is nu ook het geval. Ik ben de hele periode, behalve de paar dagen met koorts, wel aan het schrijven geweest, maar sinds een paar dagen schrijf ik weer onder het genot van een kop koffie. Ik weet niet of het aan de koffie ligt, maar het aantal woorden ligt nu al een paar dagen op tweeduizend. Dat is toch vijfhonderd meer dan voor de griep!

Call to action

Ik hoorde, vorige week, dat het handig is om een blog met een ‘call to action’ te eindigen. Dit wil zeggen dat je lezers iets vraagt met het oog op meer interactie. Nieuwsgierig als ik ben, wil ik natuurlijk weten of dat werkt.Hier komt mijn call to action: als je dit blog leuk vindt, kun je dit aangeven door de like-button onderaan de pagina aan te klikken.

Dank je wel!